Een paar jaar geleden zag ik van haar een voorstelling over ‘alles wat er tegelijk gebeurde’. Ik vond de voorstelling boeiend, leuk origineel en ontroerend. En super vormgegeven. Dus toen ik de aankondiging zag van deze voorstelling zag wilde ik er naartoe. Samen met een vriendin zat ik in een halfvolle zaal. Ik vroeg me af waarom? Zou het kunnen zijn omdat de gemiddelde theaterbezoekers het als ‘intercultureel en dus niet interessant’ beschouwde? Of omdat de voorstelling door grotendeels ‘niet geschoolde spelers’ werd gespeeld? In de theaterkrant las ik later een recensie over het stuk waarin vooral de dramaturgie kritiek kreeg; het was ‘rommelig’.
Zelf had ik een superleuke tijd. Ik genoot van de eigenheid van de acteurs die Eva Line er uit heeft weten te krijgen. Ik genoot van haar opzet, waarbij iedere speler een hokje inricht zoals dat bij haar past. De verhalen van de spelers werd hiermee recht gedaan. Natuurlijk zag ik haperingen hier en daar, maar ik geloof dat ik daar juist van houd. Haperingen laten ons zien zoals we zijn, mensen van vlees en bloed. Haperingen horen bij mensen en zeker bij zeventienjarigen.
Geef een reactie