In addition, we have come to believe that if we distance ourselves from our own and others’ humanity, we will be better able to help others. We have therefore acquired ways of speaking about others with labels, so that we are left feeling no connection to them as human beings. Speaking about people by using labels turns human beings into objects that can be analysed, judged and scrutinised. Examples of such labels are ‘feminist’, ‘rebellious teenager’, ‘gay nurse’, ‘homeless man’, ‘negative team’, ‘unethical organisation’, ‘poor community’ and ‘violent nation’. Chene Swart – Re- authoring the world
Vandaag dacht ik na over 2014 . Wat was er belangrijk voor me? Waar ben ik mee bezig geweest? Wat confronteerde? Na een paar gesprekken en een half uurtje lezen wist ik het. Het was de harde confrontatie met afstand- en systeemdenken.
Een aantal jaar geleden botste ik, toen ik een Zuid Afrikaans jongerenteam ontving keihard tegen de procedures en onverzettelijkheid van de IND aan. We hadden een verlenging nodig van twee dagen voor een visum van 1 van de jongeren. We moesten letterlijk de hemel en de aarde bewegen om dit voor elkaar te krijgen. De mensen achter het loket waren onbuigzaam en star in hun reactie. Mijn idee over flexibel en gastvrij Nederland werd toen bijgesteld.
Dit jaar had ik zo’n soort ervaring met een andere branche; de hulpverlening. Notabene de branche waar ik zelf mensen voor opleid. Ik zag hoe sommige hulpverleners spraken met hun cliënten in een onverstaanbaar vakjargon. Ik zat zelf aan een tafel om een stapel papieren met ‘behaalde’ doelen te tekenen terwijl niemand had gevraagd hoe het met de kinderen ging die ik begeleidde. Ik zat er om het formulier te tekenen zodat er bewijslast was dat iemand anders zijn uren had gemaakt. Ik hoorde een humaan medemens zeggen dat hij als er in zijn wijk een gezin met problemen was, hij de hulpverlening zoveel mogelijk probeerde te omzeilen.
Tegelijk merkte ik dat er door mensen, ook in professionele rollen gezocht werd naar mogelijkheden. Dat er procedures omzeilt werden omdat er daarmee veel ellende voorkomen kon worden. Als ik dat merkte slaakte ik een zucht van verlichting. Ik voelde me gezien en gehoord en geholpen.
Deze dingen meemaken, erkennen en ervaren is mijn grootste les geweest in 2014. En het zet me aan tot actie. Als er ergens muren en systemen boven het humane worden geplaatst, moet ik me daar niet bij neerleggen. Soms moet ik brullen, soms moet ik creatief zijn, soms gewoon slim en soms me conformeren. En wat me helpt in de keuze voor een tactiek is luisteren en kijken. De menselijkheid blijven zoeken en waar die is verdwenen me niet met een kluitje in het riet laten sturen.
Chene Swart, die bovenstaand citaat schreef, komt uit Zuid Afrika en vertelde dat in Zulu men elkaar begroet met het woord: Sawubona, wat betekent ‘ik zie je’ . De ander antwoord dan : Yebo Sawubona, wat betekent ‘ik zie jou ook’. Misschien is het een idee als we deze begroeting in Nederland ook overnemen?
Geef een reactie