Ik denk dat dit de meest bijzondere werkweek was van schooljaar 2017-2018. .
Afgelopen maandag ontmoetten we elkaar. Een groep 2e jaars social work studenten, de acteurs van de theaterwerkplaats van ‘s Heeren Loo (de Hartenberg), hun regisseurs en ondergetekende. Onder de dennenbomen van het terrein, in de gymzaal op het terrein van de Hartenberg verzamelden we. Het was het begin van een week die ik niet snel zal vergeten.
De spelers van de theaterwerkplaats hebben allemaal begeleiding nodig om te kunnen leven. De één woont op het terrein in een groep, de ander in een gezinshuis of bij zijn ouders. Al vele jaren verbonden met hulpverlening heb ik gezien hoe moeilijk het is, om mensen die hulp of begeleiding nodig hebben werkelijk gelijkwaardig tegemoet te blijven treden. Ik zag mezelf en anderen in het vak struikelen over goedbedoeld, soms bevoogdend en soms ronduit autoritair machtsvertoon. Of juist over te veel en te lief willen helpen, mensen daarbij hun eigen verantwoordelijkheid totaal afnemend. Begeleiden vergt een stevig reflectievermogen van hulpverleners, wat niet altijd makkelijk is.
Als collegiale regisseurs hadden we voor dit project daarom vooraf besloten niets over de achtergrond van de deelnemers van de theaterwerkplaats te vertellen. We wilden een open ontmoeting creëren. Het enige wat we maakten was een video waarop beide groepen zich aan elkaar voorstelden. Alles wat ter sprake moest komen, kwam dan niet uit een dossier maar kon uit het contact tussen de individuen uit de verschillende groepen komen. Bij de intro vertelde de regisseur van de werkplaats dat respect en zorg voor elkaar, luisteren en samenwerken de basis was van de theaterwerkplaats. Deze waarden zagen we tijdens de week telkens terugkomen.
Maandagochtend; De spelers van de theatergroep hadden een duidelijke voorsprong op de studenten. Ze waren vrij en enthousiast. Ze hadden een open theaterhouding. Ze stonden goed en stevig op het podium en ze zaten vol ideeen. De studenten hadden baat bij deze kunde en ervaring en zo ontstonden er de eerste theateracts. Als regisseurs probeerden we zoveel mogelijk talentgericht te werken en gaandeweg de week deden we een stap naar achteren waar het kon en naar voren, waar nodig. De studenten kregen steeds meer overzicht over het geheel van de voorstelling, namen de productie, pr en een deel van de organisatie over en hielpen de spelers van de theaterwerkplaats, die het nu soms moeilijk vonden alles te onthouden. Donderdagmiddag stond er een voorstelling waar publiek bij nodig begon te zijn.
Vrijdagochtend om half elf reden 50 rolstoelen en liepen zo’n 75 mensen de zaal in. De studenten en spelers van de theaterwerkplaats speelden, dansten, zongen alsof ze nooit anders hadden gedaan! Vanuit de zaal lachte schreeuwde en danste het publiek op delen van de voorstelling mee en probeerde de wat meer verbale delen te volgen. Als regisseur zag ik toen steeds beter wat dit publiek goed past. Tof om op deze manier samen te werken, samen te leren en voor elkaar van betekenis te kunnen zijn.
Vrijdagmiddag om 14.30 reed ik in de stromende regen naar huis. Moe, voldaan, geraakt trots op mijn studenten en een beetje verdrietig om het gemis van de spelers en regisseur van de theaterwerkplaats die zo vol vertrouwen en overgave deze week samen met ons vorm gaven.
Geef een reactie