Sinds de regenboogprins ons huishouden heeft versterkt leert hij mij nadenken over van alles. Zo is het ‘zeker weten’ voor hem een belangrijke graadmeter of iets wel of niet zo is. En ben ik daarin een lastige gesprekspartner omdat ik allerlei woorden aan dat zeker weten heb geknoopt. ‘Ik weet het eigenlijk wel zeker. Ik denk dat ik het zeker weet. Dat is waarschijnlijk wel zeker. Ik kan het niet met 100% zekerheid zeggen, maar ik denk dat het wel zo is.’ Met deze zinnen wordt de regenboogprins herhaaldelijk geconfronteerd. Hij vraagt dan, geheel terecht, of het antwoord nu ja of nee is. Weet ik het zeker? Of weet ik het niet zeker?