Vandaag las ik ‘De groef’ van Maartje Wortel. Het was een heerlijk bevrijdend boekje. Zonder teveel over de inhoud te vertellen, want die kun je beter zelf lezen, bracht het boekje me zo’n 23 jaar terug in de tijd.
Het was de tijd dat ik alleen was, of soms samen en dan weer alleen. De tijd dat ik in mijn lege agenda staarde en me afvroeg met wie ik nu weer eens af moest spreken. Waar ik danste tot diep in de nacht en daar dan iemand ontmoette, wat soms eindigde in een catastrofale liefde en soms in een maandenlang spel. De tijd dat ik nadacht over het leven en me afvroeg of ik in mijn eentje ooit echt gelukkig kon zijn. Waar ik op kerstavond door de wijk ging lopen en stiekem bij de mensen naar binnen gluurde om te zien hoe gezellig ze het hadden en dan zag dat de meeste mensen gewoon voor de televisie zaten. Lees verder →
Het neemt me mee.
‘Ik lees. Graag, vaak en veel. Veel boeken vind ik mooi. Anderen vind ik grappig of bijzonder. Weer anderen goed, omdat ik er veel kennis van opsteek. Maar het liefst, het allerliefst lees ik een boek dat me vangt. Dat me meeneemt in de hersenkronkels van de schrijver en waarbij ik er totaal niet over nadenk hoe de zinnen geformuleerd zijn en wat de opbouw is van het boek of wat ik er precies van kan leren. Meestal overkomt me dat bij het lezen van een roman. Deze keer gebeurde dat bij een heus ‘leerboek’. Het boek voor de ‘al redelijk gevorderde schrijver’. Jan Brokken neemt me mee in ieder hoofdstuk naar vele taalkunstenaars en laat me zo de kunst van het schrijven zien. Een aanrader wat mij betreft.