De week van de evenwichtskunstenaars.

 

‘Het is de week van de pleegzorg. Maar je zou het ook de week van de evenwichtskunstenaars kunnen noemen. Want wie er ook betrokken is bij pleegzorg, van iedereen wordt gevraagd samen te werken en te streven naar balans en evenwicht. Als er niet wordt samengewerkt door hulpverleners en hulpverlenende instanties, door ouders en pleeg- of gezinshuisouders, door school, club en familie, is het evenwicht om het kind snel verdwenen en hoe moet het kind dan zelf nog evenwicht vinden?’ Dit vertelde een pleegouder die mijn foto-expositie bekeek tijdens de opening in Dronten afgelopen week.

Als je het zo bekijkt is pleegzorg misschien wel de moeilijkste klus ooit; als pleegouder ben je opvoeder, maar ook spin in het web van alle dingen er om heen. Pleegouder zijn vraagt van je om de vrede op te zoeken soms midden tussen de loopgraven. Het vraag ook organisatievermogen. Het vraagt van je dat je om kunt gaan met hechtingsproblemen, dus kennis van zaken is ook belangrijk. En het vraagt natuurlijk bakken vol liefde en geduld. En oh ja, ook heel veel assertiviteit.  Tegelijk zijn dat allemaal fantastische skills om te leren, die je in allerlei situaties kan toepassen. En by the way, toen ik begon kon ik echt niet alles wat ik nu kan.

De skill die ik vanaf het begin echt nodig had was een reflectieve en actieve houding naar mezelf. Man man, wat hebben mijn lief en ik veel met elkaar gepraat over dit en dat en wat het best en wat als.. en mijn vriendinnen hebben veelvuldig meegedacht en gesteund waar ze konden. Mijn schoonmoeder luisterde liefdevol naar me als ik vol verwijt naar mezelf omdat ik veel te boos was geweest naar mijn regenboogprins ’s avonds op de bank zat en zij toevallig net belde. Met vallen en opstaan en met hulp van vrienden, familie, pleegzorg en jeugdzorg lukte het steeds beter om evenwicht te vinden.

Het is de week van de pleegzorg. Pleegzorg is goed en nodig, maar het is ook pijnlijk voor ouders die geen opvoeder meer zijn. Ik ben dankbaar voor de moeder van onze prins, die hem het leven heeft geschonken en hem bemoedigt als ze hem ziet. Ik ben dankbaar voor Sis die zo lief is voor haar broertje als ze hem bezoekt. Ik ben dankbaar voor zijn vorige pleegouders, die nog steeds graag en met liefde met hem optrekken. We zijn allemaal evenwichtskunstenaars en we vallen allemaal. Maar des te beter wij leren balanceren, des te veiliger zijn onze (pleeg)kinderen en des te beter kunnen ze zich ontwikkelen.

 

PS: de term evenwichtskunstenaars heb ik uit het boek ‘Risicokind of evenwichtskunstenaar’  van Elize Lam

Fototentoonstelling naar Dronten, en plotseling weet ik weer…

Foto gemaakt door Ton van der Wal. Rijksdienst Cultureel Erfgoed.

Vandaag haalde ik mijn fototentoonstelling op uit Kampen om hem opnieuw op te hangen in Dronten. Terwijl ik met de auto door het prachtige herfstlandschap rijdt, zie ik ze langzaam maar zeker voor mijn netvlies verschijnen. De kinderen en jongeren van de Reeve, de leefgroep waar ik stage liep. Ik zie hun gezichten: Maarten, Aline, Tjibbe, Cora, Franca, Pieter, Viola en nog vijf erbij(de namen zijn gefingeerd).  Twaalf stuks maar liefst. Lees verder →

The village is needed.

Toen onze pleegzoon, de regenboogprins, bij ons kwam wist ik nog niet dat de keuze om pleegzorg te gaan doen me vele antwoorden zou geven over de kunst van het leven. Alleen daarom al is het de moeite waard om het te doen. Veel heb ik geschreven over de veerkracht van onze Prins en ook over herstel en vele momenten van hoop. Prachtig waren die en verrijkend en inspirerend voor velen. Vandaag wil ik echter ingaan op de andere kant. Het falen. En ik ga ook in op hoe juist het bewustzijn van je beperktheid van nut kan zijn voor herstel van allerlei verbanden en zelfs voor de samenleving.

Falen

Bij een pleegzorg plaatsing krijg je direct te maken met het woord ‘falen’ en het woord ‘verlies’. Ouders hebben gefaald, kinderen hebben gefaald, het jeugdzorg systeem heeft gefaald en ook pleegouders en hun kinderen leren het woord heel snel kennen. Dagelijks wordt er gefaald en dat is een flinke uitdaging om mee om te leren gaan.
Altijd ligt er de negatieve spiraal om de hoek die de kans op een nieuw verlies versterkt.

Nederigheid

In dat hele proces ontstond er bij mij een besef van onafheid, ik moet denken aan het oude woord ‘nederigheid’ – het besef dat ik als individueel mens maar zeer beperkt mee kan werken aan het herstel van zoveel leed. Ik ben hoog opgeleid, ken de wereld van de hulpverlening al lang, heb veel skills in huis voor het omgaan met mensen. Toch merk ik dat in de zorg voor onze Regenboogprins altijd de kans op falen groot is, met daarbij het gevolg dat onze pleegzoon het vertrouwen in zichzelf verliest.

De regenboogprins

Hoe vaak is er niet onwetendheid, vermoeidheid, stijfkoppigheid, onprofessionaliteit, een haperend systeem of slechte zelfreflectie? Al snel realiseerde ik me dat ik  veel moest leren en anderen nodig had om  samen met mijn lief de touwbrug te kunnen zijn waarover de prins kan balanceren in groei naar volwassenheid. Zo’n brug moet stevig en veilig zijn en die uitdaging bieden die een kind nodig heeft om zich weer zo vrij te voelen dat hij zich gezond verder kan ontwikkelen. Anderen… wie zijn dat?
Lees verder →

Nieuw project: BRUS EN ZO!

Tabitha, Mariam, Anne-Roos, Charissa, Jorinde en de onzichtbare Wouter Nieuwenhuizen.

Af en toe riep ik ergens online: ‘Ik ben met zo’n leuk project bezig, binnenkort meer..’. Vandaag is er dan het moment om er iets over te schrijven. Broedgebied gaat samen met Vitree, Stichting Kinderpostzegels  en een heleboel andere pleegzorgorganisaties een aantal leuke projecten doen die allemaal met hetzelfde thema te maken hebben: Engage the Village!

Lees verder →

Topmoment!

Daar staat hij. Boven op het podium. Zijn twee juffen geven hem trots zijn rapport en zijn certificaat. “Wat ben jij gegroeid” zegt zijn juf. Blij en een beetje verlegen neemt hij het aan en springt weer van het podium af.
Ik ben ook trots. Apetrots op deze grote vent. Dat het hem is gelukt om door te zetten toen het zo moeilijk was. Dat hij iedere juf of meester die met hem werkte opnieuw een kans gaf, ook al was dat soms zo lastig.
Ik zie hem weer voor me, zeven jaar oud. In groep drie. Zijn tafeltje links achter in het lokaal, ver van de andere kinderen “zodat hij niet door ze afgeleid wordt” zegt de juf. Ik denk er het mijne van. Ik besluit het ook te zeggen: “Een kind dat uit huis geplaatst is, moet niet buiten de groep geplaatst worden”.  “Ja, maar hij vertoont storend gedrag!” is haar weerwoord. Het kan me niets schelen. Dit kind heeft veiligheid nodig en moet dicht bij de juf.
Ze zijn nooit vrienden geworden dat jaar, de juf en hij. Ze waren meer tot elkaar veroordeeld. Ik weet ook niet zeker of ze elkaar een eerlijke kans gunden. In het leven van de regenboogprins gebeurde veel dat onveilig was en de juf had zo haar eigen uitdagingen.
Na groep drie had de prins geen vertrouwen meer in zichzelf. Een paar moeilijke jaren volgden. Gelukkig was er zijn individuele begeleider die hem hielp, en met  hem meeging, klas na klas. In groep zes kreeg hij met hulp van de juf, zijn individueel begeleider en ons langzaam maar zeker weer iets vertrouwen in zichzelf. En in groep zeven mocht hij nog een keer bij deze juf en schoten zijn cito-uitkomsten omhoog.  Ook kreeg hij langzaam maar zeker leukere contacten in de klas. De prins heeft geen ontspannener jaar gehad dan in groep zeven. Lees verder →