De dode takken knisperen en kraken onder mijn voeten. In de verte zie ik een boom dwars over het pad liggen. Maar weinig bomen vertonen jonge groene blaadjes. Ik hoor geen vogels, het is alsof slechts enkele bomen nog zuchten. Of is het een specht? De rest heeft het leven achter zich gelaten, die indruk krijg ik tenminste. Vanaf de landweg zijn we een wandelpad door het bos ingeslagen, maar zo’n doods bos heb ik zelden gezien.
Is het de droogte van vorige zomer die hier nog te zien is? Heeft dit stuk bos zich niet kunnen herstellen? Of zie ik door de Corona-pandemie plotseling de dood overal? Zie ik eerder de droge dorheid dan het nieuwe groen? Het zou kunnen en het geeft wel iets aan over hoe ik me zorgen maak denk ik. Het past ook goed bij de lijdensweek die we ingaan nu.
De regenboogprins, lief en ik volgen nu een onduidelijk pad. Na een tijdje blijkt dat dat pad uitkomt bij het erf van een boerderij. We lopen terug en volgen een ander pad. Bijna geruisloos houdt het op en we dwalen dan direct door het knisperende bos. De regenboogprins begint te mopperen. De struikjes waar we doorheen lopen prikken in zijn benen en hij denkt dat we het bos nooit meer uit komen. Lees verder →