De Regenboogprins wordt groter. En dat leidt tot allerlei nieuwe ervaringen als (pleeg)moeder. Afgelopen week wilde ik op een avond nog even een wandeling maken. Ik verleidde de Regenboogprins om mee te gaan en we gingen op pad met krijtjes en zaklantaarn om een speurtocht te maken. De prins rende vrolijk vooruit, maar niet meer dan 25 meter; hij zorgde ervoor dat hij mij bleef zien. De pijlen die mij de weg wezen als speurder fungeerden op deze manier vooral als vertrager (en de bijbehorende ergernis) omdat ik natuurlijk al lang bij de pijl was als hij hem had getekend. Op een gegeven moment veranderden de pijlen in spoken. Was het een aankondiging voor wat er daarna gebeurde?
‘Je mag ook wel wat verder vooruit lopen’ hoorde ik mijzelf zeggen. ‘Dan wordt het een echte speurtocht en moet ik je ook echt zoeken.’ Ik verwachtte eigenlijk dat hij het niet zou doen, maar plotseling rende hij vooruit en riep ‘okay! Maar dan wordt het echt moeilijk hoor!’
Ik kon eindelijk een beetje vaart maken en liep vergenoegd de pijlen van de Regenboogprins te volgen. Een paar minuten ging dat goed.