Er was eens een vrouw. Een hardwerkende vrouw. Ze ging iedere dag naar haar werk, zorgde voor haar kinderen, besteedde aandacht aan haar man. Belde haar vrienden en vriendinnen, organiseerde buurtmaaltijden en gaf altijd wat aan collectanten die aan de deur kwamen. Ze steunde ‘artsen zonder grenzen’, had een adoptiekind via Compassion en World Vision. Het was zo’n vrouw waar iedereen bewonderend naar keek en zich afvroeg hoe ze het allemaal redde. Op een dag zei haar buurvrouw ‘wat ben je toch een goed en nobel mens’. De vrouw glimlachte; maar toen ze thuis moe op de bank zat bleven de woorden van de buurvrouw in haar hoofd rondcirkelen en ze vroeg zich af waarom. Ze had liever niet gehad dat de buurvrouw dat had gezegd. Nu leek het net alsof zij een goed en nobel mens wilde zijn. Lees verder →