Het was zo’n dag dat alles er tegelijk was. De dood, nieuw leven, het lijden, de waarheid en de schoonheid. Maar boven alles was er het goede, dat gekleed ging in de mantel van liefde.
Het is 8.30. We zetten de regenboogprins af bij school en rijden samen door naar Drachten. Mijn telefoon ligt op schoot terwijl ik denk aan Sis die het deze week moeilijk had. Ik probeer het even; contact maken via Insta. Het lukt. We chatten een tijdje over wat er gebeurde en waarom en wat eventueel ook een oplossing zou kunnen zijn. Ik zoek samen met Egbert mogelijkheden om haar tegemoet te komen. In het nu is daar een kans. Een bliksembezoek vanmiddag. Terwijl we doorrijden bedenk ik me dat we ongeveer een jaar verder zijn in ons intensievere contact met Sis en dat dat nu heel okay is. En tegelijk kunnen we ook veel niet. We kunnen de oneerlijkheid in haar leven en haar rugzak niet dragen. Ik word er altijd een beetje verdrietig van. Maar wat we nu doen, een beetje meedragen en de prins en Sis vaak de mogelijkheid geven samen op te trekken is ook iets. Is dat genoeg? Ik hoop het.
We rijden ondertussen door naar het afscheid van Egbert’s oom Klaas, die Corona kreeg en vorige week zondag overleed. Oom Klaas, die ik maar een beetje ken, maar die me altijd het gevoel gaf dat ik er helemaal bij hoorde.
We kunnen niet bij de begrafenis zijn, door alle maatregelen. Maar we kunnen wel even langskomen om een menselijke erehaag te maken.
Ter plekke aangekomen bedenk ik me dat heel Drachten ook dacht; daar moet ik zijn, want de erehaag is verdeeld over de volledige ‘eigen weg’ van de familie. Lees verder →