De roos bloeit in gemeenschappen van niet-weters, die elkaar treffen in de nacht van het niet-weten, en die niet weten wat hen te wachten staat. Daar breekt een glimlach door in de materie, daar bloeit, kort en ongezien een roos in de kosmos.
Caputo denkt dat als de kerk meer naar meester Eckhart had geluisterd, deze er vandaag totaal anders uit had gezien. Eckhart beschrijft de wereld als de plaats waar God (dat wat er gebeurt in God’s naam) zichtbaar wordt. God heeft mensen nodig om God te kunnen zijn. Caputo vindt dit de mystieke voorloper van wat hij ‘insiteren of aandringen’ van God noemt. Lees verder →