Dichterbij

Ik dacht altijd, dat ga ik nooit kunnen, andere kinderen erbij. Door de podcast denk ik dat niet meer. Ik weet niet of ik het ooit zal doen, pleegmoeder worden, maar ik denk niet meer dat ik het niet kan.  Gerdien

Afgelopen week kreeg ik via Whats App een uitgebreide reactie van een moeder op de podcasts van Engage the Village die de afgelopen tijd gepubliceerd zijn. Met veel plezier las ik wat ze schreef. Ze schreef hoe tijdens het luisteren de verhalen van de eigen kinderen en pleegkinderen steeds iets dichterbij kwamen.  Hoe ze er langzaam in kwam. Ze was blij met ook de oudere eigen kinderen die meer terugkeken in de tijd en die,  verrassend voor haar,  het verrijkend vonden om pleegbroers en zussen in hun leven te krijgen. Maar wat ik het mooiste vond om te lezen was dat ze, door de podcast niet meer denkt dat ze geen pleegmoeder zou kunnen zijn. Die ontdekking bleef echt bij me hangen. Waarom eigenlijk?

Een van de redenen dat ik met dit project en mijn foto-instagram ben begonnen, is dat ik mijn eigen levenssituatie en die van pleegkinderen wat dichter bij de samenleving wilde brengen.  Als mensen mij vroegen, ‘waarom?’ begon ik een filosofisch verhaal over dat ik hoopte dat ik wat minder ‘nobel’ gevonden zou worden. Dat zei namelijk ooit iemand tegen mij.

Er hangt een vreemde sfeer om de pleegzorgwereld heen en die varieert van ‘ verschrikkelijke horrorverhalen’ tot ‘bijzonder liefdevole harteverhalen’.  Pleegouders zijn helden, falende vrijwilligers, of bijzonder pragmatisch professionele ouders, die iets goeds willen voor de wereld. Eigen kinderen zijn kinderen die veel opgeven voor hun pleegbroers en zussen en die graag willen helpen. Pleegkinderen zijn kinderen die ‘beschadigd en kwetsbaar’ zijn en hun ouders zijn ook op zijn minst ‘heel kwetsbaar’ maar kunnen ook ‘de grote afwezige of slechterik’ zijn. En al deze beelden stoorden me.  Het vertelde me dat pleegzorg op de een of andere manier ver af staat van mensen. Zo veraf, dat je gemakkelijk aannames kan doen over hoe het is.   Lees verder →

Kijktip: Grip Camp

Als jij iets wilt bereiken, zul je zelf initiatief moeten nemen, want de mensen om je heen zullen er niet aan denken dat jij intellect, vakmanschap en humor hebt te brengen (uitspraak van de vader van een deelnemer aan deze documentaire, die met een open ruggetje geboren is en het alleen met hoofd, romp en armen moest redden in het leven)

Gisteravond bekeek ik op Netflix de documentaire Grip Camp. Alle verhalenvertellers in deze docu gingen begin jaren zeventig naar Camp Jened. Dit zomerkamp vlak bij Woodstock was voor lichamelijk gehandicapten en had een revolutionaire aanpak in vergelijking met de meeste andere instellingen en tehuizen voor deze groep. Begeleiders en deelnemers beleefden beiden plezier en er was geen machtsonderscheid tussen beide groepen.

A still from Crip Camp by Nicole Newnham and Jim LeBrecht, an official selection of the U.S. Documentary Competition at the 2020 Sundance Film Festival. Courtesy of Sundance Institute | photo by Steve Honigsbaum.tehuizen en instellingen van die tijd. Dit kamp, waar  begeleiding en bezoekers samen plezier maakten, liet de gehandicapten ontwaken in de zin dat ze ontdekten dat ze als groep iets te melden hadden aan de samenleving. Tijdens het kamp ontdekten de vertellers dat ze volwaardige mensen zijn, ook al zag de rest van de samenleving dat anders.

Ademloos heb ik gekeken naar de ontspanning en zelfverzekerdheid die tevoorschijn kwam tijdens het kamp en de jaren erna. De deelnemers en begeleiders bleven elkaar opzoeken en groeiden in hun zelfvertrouwen en uitgesproken mening. Toen president Nixon een voorstelwet verwierp die stelde dat alle overheidsgebouwen invalide-vriendelijk moesten worden gebouwd, kwamen de voormalige kampleden in opstand en bezetten een overheidsgebouw in San Francisco om op te komen voor hun burgerrechten.
Protesteren en lobbyen is zwaar, maar voor deze groep was het nog veel zwaarder. Mensen die niet konden lopen, mensen die eigenlijk dagelijks steun nodig hadden of beademing, verbleven 25 dagen en nachten in het overheidsgebouw terwijl maar weinig journalisten geïnteresseerd waren in hun lobby.  Ondertussen werd het gas en water afgesloten om de activisten te dwingen weg te gaan. Mensen kregen naast het gebrek aan hygiene, doorligplekken van de slechte matrassen waar ze op sliepen en vele andere kwalen.  Het was echt afzien.
Wat tof was, was dat de Black Panthers voedsel kwamen brengen, verpleegkundigen kwam assisteren, en veel begeleiders uit het camp loyaal waren en ook bij hen bleven.

 

Lees verder →

Vrouwendag – deel 1 – oma

Toen ik twintiger was, sloeg ik het nooit over: Internationale Vrouwendag. Het was een moment waar emancipatie en wereldwijde verbondenheid samen opgingen. Vaak organiseerde ik een bijeenkomst. De laatste 10 jaar is de dag echter vaak aan me voorbij gegaan, voor ik het wist was het  half maart en realiseerde ik me spijtig dat ik het weer vergeten was. Dit jaar is anders want het is een jaar van verandering en reflectie en internationale vrouwendag past in mijn  denkproces.

Oma, de 3e vrouw van rechts in de bovenste rij.

Aan een pilaar in mijn huis hangt deze foto. Mijn oma, de 3e vrouw van rechts op de bovenste rij, tijdens een bijeenkomst van de vrouwenvereniging van haar kerk. Mijn oma had een goede baan bij een breifabriek, vertelde mijn moeder. Totdat ze ging trouwen; toen moest ze van mijn opa als arbeider gaan werken in een koekjesfabriek.  Lees verder →