Voor iedereen, behalve de dwaze heiligen onder ons, is rationeel denken – ofwel: ‘de ziel van buitenaf beschouwen’- onvermijdelijk, of het nu door theologie, filosofie, wetenschap, of simpelweg door de verhalen is waarmee we onze levens beschrijven en begrijpen. Maar hoe leeg is zulk begrip, als het de momenten die het verlangen naar begrijpen juist heeft gewekt, verkleint en uitwist? Welke discipline kan twijfelachtiger zijn dan die welke je leert om in het licht dat jou eens overweldigde elk logisch smetje te zien?
Chrisian Wiman, uit: ‘Mijn heldere afgrond’