In een vlaag van verstandsverbijstering

Ik heb hard gefietst om op tijd bij de kapper te zijn. Daar aangekomen zet ik mijn fiets op slot en begeef me snel richting de deur van de kapper. En daar in die paar seconden tussen het dichtdoen van mijn slot en de deur van de kapper gebeurt het: vanuit mijn ooghoek neem ik hem waar. Een beetje ouderwets geklede man met twee ogen die mij onrustig aankijken en die mij vragen niet te weigeren wat hij heeft te bieden. Het volgende moment zie ik mij het blaadje dat hij in zijn hand heeft aannemen. “De wachttoren” zie ik er op staan.
Waarom deelt hij het uit? Aan zijn blik te zien deed hij het niet met plezier. Waarom neem ik het aan? Alleen door de blik in zijn ogen. Uit medelijden vrees ik. In de loop van de jaren heb ik mij redelijk weten te wapenen tegen collectes, verkopers, smaaktesten, evangelisten, organisaties waar ik lid van zou moeten worden:

Ik heb thuis mijn eigen krant en goede doelen gekozen.

Ik kijk de straatverkopers niet aan en loop hard voorbij.

Ik zeg vriendelijk nee als iemand mijn tijd in wil pikken.

Ik heb losse euro’s op zak voor collectes, straatnieuws en muzikanten.

Behalve… In onbewaakte ogenblikken als ik even ongewapend ben.  Dan koop ik rare kaarten door verstandelijk beperkten ‘samengesteld’. Of word toch maar tientjeslid van een organisatie. Mijn lief heeft wel eens de deur dichtgeslagen voor een ‘groene energieverkoper’ toen ik die heel geinteresseerd stond aan te horen en al bijna overstag was. Gelukkig had ik nu alleen nog maar een krantje.

Waar ik van hou.

‘Kom hier dat ik U kus’ van Griet op de Beeck las ik. De hoofdpersoon in haar boek vertelt op een gegeven moment waar zij zoal niet van houdt. Dat inspireerde mij. In de vorige blog staat mijn eigen lijstje met dingen waar ik niet van hou. Een paar hoofdstukken later zijn de dingen waar zij wel van houdt aan de beurt. Hier volgt dan ook mijn lijstje met dingen waar ik van hou.


Lees verder →

Waar ik zoal niet van hou

In het boek ‘kom hier dat ik u kus’ van Griet op de Beeck schrijft zij waar de hoofdpersonage Mona allemaal niet van houdt. Dat inspireerde mij.  Er zijn ook best wat dingen waar ik niet van hou. Ik houd bijvoorbeeld niet van aanhoudende regen. Een bui kan ik goed aan, maar regen die uren achter elkaar doorgaat vind ik heel erg. Ik hou er ook niet van als mensen vlak achter mij wandelen of fietsen. Pas als ik zogenaamd iets aan mijn fiets of schoen heb gedaan en degene die achter mij was gepasseerd is, ga ik weer ontspannen verder. Ik hou niet van kleine ruimtes. Ik hou er niet van als mensen onverschillig zijn. Ik heb er een hekel aan als ouders hun baby uren laten krijsen  op de camping onder het mom van ‘leren om te slapen’. Ik hou er ook niet van als degene die voor mij naar de publiek wc is geweest net heeft gepoept. Het stinkt en als ik na een minuut mijn plasje heb gepleegd en de deur open houd voor de volgende, kijkt die mij aan vol verwijt omdat die denkt dat ik die weerzinwekkende geur achter heb gelaten. Ik hou er niet van dat restaurantjes en koffietentjes in kleine dorpjes op maandag en dinsdag gesloten zijn, juist als ik daar die dag langs wandel. Ik ben er deze vakantie achter gekomen dat ik ook niet zo hou van de verrassings snoepjes waarbij je zuur of zoet kan treffen. Zuur snoep hou ik niet van. Zeker niet van zure matten. Ik hou er ook niet van als mensen een door mij uitgedacht plan totaal anders willen. Ik hou niet van huishoudelijke klussen, en ook niet van een stinkend huis. Sommige dingen werken elkaar dus wat tegen helaas. Ik hou niet van de muziek van Fratsen.

Het leuke van het opschrijven van de dingen waar ik niet van hou, is dat ik nu veel zin heb om de dingen op te gaan schrijven waar ik wel van hou.

O mijn Frankrijk.

Ik was vergeten hoe het was, Frankrijk. Maar vandaag zie ik weer de vertrouwde mengeling van Nederlandse, Engelse en Franse toeristen die zich proberen te verhouden tot de Bretonse cultuur. Mijn dag begint met een ouder echtpaar in een blauw en een oranje regenpak die zichzelf serieus staan te fotograferen in een spiegelruit. Een ouderwetse versie van de selfie denk ik. Een elegante Franse dame passeert ons ondertussen en achter haar aan schuifelen twee oude vrouwtjes die zo uit Toon Tellegen’s gelijknamelige boek zijn gelopen en die luidkeels en met klapperende kunstgebitten met elkaar in gesprek zijn. We zijn in Honfleur. Een van de oudste havenstadjes van Frankrijk. Lees verder →