Ik was vergeten hoe het was, Frankrijk. Maar vandaag zie ik weer de vertrouwde mengeling van Nederlandse, Engelse en Franse toeristen die zich proberen te verhouden tot de Bretonse cultuur. Mijn dag begint met een ouder echtpaar in een blauw en een oranje regenpak die zichzelf serieus staan te fotograferen in een spiegelruit. Een ouderwetse versie van de selfie denk ik. Een elegante Franse dame passeert ons ondertussen en achter haar aan schuifelen twee oude vrouwtjes die zo uit Toon Tellegen’s gelijknamelige boek zijn gelopen en die luidkeels en met klapperende kunstgebitten met elkaar in gesprek zijn. We zijn in Honfleur. Een van de oudste havenstadjes van Frankrijk.
Het barst van de toeristen. Wij zijn op zoek naar de Catharina eglise, de enige houten kerk van Frankrijk. Als we naar binnen lopen ben ik verrast, misschien wel door de houtgeur die me direct tegemoet komt. Alsof ik een chalet inloop, maar dan 20x zo groot. Uiteraard doet deze sfeer wat met de bezoeker, want ondanks de ‘silence’ bordjes wordt er gezellig gepraat door de bezoekers. Ik moet er even aan wennen. Een stilte-plek is dit niet. Maar het is wel gezellig. Ik zit in een oude gezellige kerk ipv in een koude lege kathedraal. In een glimp zie ik ook weer de Noorse kerkjes voor me die ik een aantal jaar geleden bezocht, Dezelfde geur hing daar.
S’avonds eten we bij een kleine brasserie. De eigenaar ontvangt ons hartelijk. Een jong meisje bedient ons. Ze moet net begonnen zijn. We krijgen nu en dan iets aangereikt, de eigenaar, het meisje en de vrouw van de eigenaar wisselen elkaar af. Eerst een bord, wat later bestek. Dan wijn en water, alleen ontbreken de glazen voor het water. Die vragen we dan maar beleefd aan het meisje. Na een tijdje deelt de vrouw van de eigenaar nog servetten uit aan iedereen op het terras. Mijn lachkriebels zijn gewekt. De salade die we tenslotte krijgen, is heerlijk. Frankrijk, het is een tijd lang ‘slechts doorrijgebied’ geweest. Maar ik ben weer helemaal terug.
Geef een reactie