Dit jaar burgerde de regenboogprins langzaam maar zeker in bij ons. Afgelopen week bezochten we voor de 2e keer de kerstmaaltijd op zijn school. Eerst moesten alle ouders zich verzamelen in de grote hal, waar de kinderen samen een kerstlied zongen en daarna alle juffen en meesters ook nog eentje. Hoog boven op de schouders va n mijn lief zat de regenboogprins. Naast hem een vader en zoon, een jongetje uit de klas van de regenboogprins.
Na het gezamenlijke gedeelte gingen we naar de klas, waar de kinderen hun bord vol schepten met allerlei lekkernijen. Het jongetje en zijn vader en moeder zaten naast de regenboogprins. Af en toe wisselden ze informatie uit over hoe lekker het mergpijpje was en de marsepein op de cake en de worstjes. Plotseling zei de regenboogprins trots tegen zijn klasgenoot, ‘kijk dat is mijn papa!’ en wees naar mijn lief. ‘Ja’ zei het klasgenootje en at verder omdat hij dat volstrekt normaal vond. Dat kon iedereen toch zien? De regenboogprins schransde toen ook maar weer verder.
Ja, het is volstrekt normaal om een papa te hebben. Maar voor de regenboogprins niet. En voor mijn lief is het ook niet normaal om een ‘papa’ te zijn. Dat dacht ik, terwijl ik hoorde hoe de beide papa’s inmiddels aan het uitwisselen waren over wat hun kinderen wel en niet aten. (Vooral gezond voedsel hadden ze beiden een hekel aan).
Geef een reactie