30 Juli was het zover. De Regenboogprins en ik gingen samen een week naar Terschelling om daar de Keilandweek mee te maken. Een week vol kunst, kamperen en kerk. Een creatieve retraite voor mensen van 1-80. Zo’n 200 mensen komen ieder jaar samen op het prachtige kampeerterrein Swartduin van Staatsbosbeheer.
“ Weet je wat ik heb gebeden?” vraagt de Regenboogprins mij na een paar dagen. Ik wil het graag weten, dus we lopen samen de duinen in zodat we even rustig kunnen praten. Dit is wat hij vertelt:
“Nou wat ik heb gebeden is dat ik genoeg vertrouwen heb in mijzelf en dat ik, stel ik ben een beetje bang voor iets, dat ik dan stevig op mijn voeten ga staan en de angst probeer te overwinnen. Want dan vind ik mijn eigen balans. En ik heb gebeden dat God een stukje van zijn hart aan ons allemaal geeft en dat hij de liefde in mijn hart bewaakt. Want ik weet heel goed wat liefde is.“
In zijn gebed hoor ik de angst voor de reis met de boot, het ontmoeten van nieuwe mensen, het meedoen met het tienerprogramma, de wind, de regen op het dak van de tent. Zoveel kleine dingen die vaak beangstigend zijn voor de Regenboogprins. Die hij niet zou doen als ik hem niet over de drempel zou helpen. Ik hoor terug hoe ik met hem besprak hoe hij stevig kan gaan staan, naar zijn buik kan ademen om zijn angst minder te maken zodat hij weer in balans kan komen. Ik hoor ook weer terug hoe hij weet van zichzelf dat hij liefheeft en dat de liefde zijn kerntalent is. Ik vind het bijzonder om te horen dat hij die liefde koppelt aan God, als bron, en ook als connectie ‘ dat God de liefde in zijn hart bewaakt’ wat een prachtige zin.
“Ik vind de muziek ook heel mooi en de teksten van de liedjes. De muziek en de teksten horen bij elkaar. Ik krijg er een goed gevoel bij, omdat het niet zomaar liedjes zijn, maar ook omdat het nut heeft”
Nut. Een woord dat ik niet gauw zal gebruiken bij muziek en liedjes. Ik zou eerder het woord ‘zin’ gebruiken. Misschien bedoelt de Regenboogprins dat de muziek en de liedjes ons in een andere staat brachten. In een tussenruimte, of sacrale ruimte? Een ruimte waar spiritualiteit plaats kan vinden, als in een verbinding tussen hemel en aarde. Daar waar de ontroering is en de tederheid, daar waar verdriet de woede verdringt, daar waar je geraakt bent en een diepe vreugde kan ervaren over dat je leeft.
“Toen het regende dacht ik; God laat wat tranen; want we gingen in een rondje dansen en toen ging het heel hard regenen. Alsof wij een regendans deden en God heel hard ging huilen. Niet van verdriet, maar van blijheid, omdat Hij genoot van de dansende blije mensen. Het was dan alsof God ook bij ons is.”
Mooie woorden. Ze ontroeren en voeden me.
De volgende dag tijdens een korte fietstocht is de Regenboogprins boos en verdrietig. Hij springt van de fiets en stampt op de grond, slaat op het zand, schopt door het water. En hij huilt. Hij huilt om dingen die pijn deden in zijn leven. Om het verlies, om wat er fout ging al toen hij nog een kleine baby was. Hij huilt een heel pak zakdoekjes leeg.
Ik zit naast hem en laat het eruit komen. We zoeken samen naar iets wat we kunnen doen. Uitgerekend die avond mag iedereen een kaarsje aansteken voor iets wat hij of zij bij God wil neerleggen. We steken allebei een kaarsje aan voor het gezin waar de Regenboogprins uit komt. Daarna laten we het los, voor nu.
En dan is de Regenboogprins moe. De volgende ochtend is hij erg verkouden. Ik besluit samen met hem om die dag te vertrekken. We missen de bonte avond, maar het is voor ons nu genoeg en mooi geweest. We nemen afscheid van de vele leuke en bijzondere mensen die we hebben ontmoet. De mensen die meededen aan mijn theaterworkshops, de tienerleiding die telkens meezocht in hoe de Regenboogprins mee kon doen en wat er eventueel anders kon. Sis, die de laatste dagen ervoor zorgde dat de Regenboogprins kon tekenen en schilderen. En als we op de boot staan, staat Rebecca aan de wal om ons uit te zwaaien.
We zijn moe, maar wat was het een mooie week. De week van de zomer waarin de meeste regen viel, en de week waarin we ons volop gezegend wisten.
Dankbaar schuif ik bij de Regenboogprins aan tafel op de veerboot. Hij kijkt me met grote angstogen aan ‘ Op mijn beide voeten blijven staan en naar mijn buik ademen’ zegt hij als de boot een draai gaat maken waardoor het schommelt. Hij slikt en legt zijn hand in zijn nek. Dan zegt hij: ‘ die icoon was mooi he? Die waar je ziet dat God je hand vasthoudt, maar je ook een duwtje geeft om verder te gaan.’ Ik knik en als ik een tijdje later aan hem vraag of hij al met mij mee het dek op durft, staat hij op en loopt met me naar buiten. Ik wijs hem op de meeuwen, het wad, het vasteland dat dichterbij komt. De warme wind die door onze haren streelt. We lopen heen en weer over het dek. ‘Helemaal niet eng en best lekker hier!’ zegt hij na een tijdje. Ik glimlach. En ik voel me ontroerd. De hele week al en nu nog steeds. Voor mij is het ook lekker om weer naar huis te gaan en na te genieten.
Dag Keiland. Dag eiland. Dag Keilanders. Het was goed.
Prachtig en ontroerend!
Dank je wel Anita 😀
Wat een mooie verwoording van een prachtige kijk op Keiland door jou en de regenboogprins. Dank!
Dank je wel Martin 😀
De openheid en ontvankelijkheid van Regenboogprins had mij tijdens de vieringen al geraakt. Dank je wel Charissa dat je deze mooie gesprekken met ons deelt!
De Regenboogprins heeft een Regenboog bij zich, dat deel ik graag 😀🌈
Mooi om te lezen dat hij veiligheid en steun vindt in een God die je hand vasthoudt en je een duwtje geeft. Prachtig dat jullie samen een weerspiegeling zijn van God’s liefde. Wilde wel dat mijn kinderen God ook zo kenden. Wat geeft het houvast in deze wondere wereld. Dank je wel voor het delen.❤️
❤️🌈