Vandaag was ik met Truusje van Zanten en de spelers waarmee ik de theaterlezing ‘Samenwerken met ouders’ uitvoer, te gast op de HAN, in Nijmegen. Het was een bijzondere ochtend waar jeugdprofessionals, docenten, studenten en ervaringsdeskundigen met elkaar een boeiend gesprek voerden na de lezing. Wat is eigenlijk gelijkwaardig samenwerken? Zo vroegen we ons af.
De lezing is een onderzoekspresentatie, maar onthult via spel de vele verhalen die participanten hebben verteld. En dat raakt! Iedere keer weer. De verhalen halen de kijkers uit hun rol. ‘Ouders, professionals, ervaringsdeskundigen, studenten en docenten’ worden mensen die kwetsbaar zijn, die te raken zijn en die het niet precies weten. Er ontstaat verbinding, of, volgens één van de deelnemers beter nog, connectie.
Het is niet het systeem, of de kennis die voorop staat, maar de echte ontmoeting. En als dat gebeurt, is er een kans op gelijkwaardigheid. Dan wordt de hulpvrager serieus genomen en kan de hulpverlener zijn kennis en kunde inzetten. Niet als ‘zo moet het, want zo vertelt de theorie’, maar als een aanbod waarin samen gezocht wordt naar wat past bij de hulpvrager.
Tijd en creativiteit
En dat kost tijd. Tijd die nu mensen vaak niet krijgen en dat moet echt gaan veranderen. Naast tijd is er ook creativiteit nodig, het vermogen om te zoeken naar passende interventies en oplossingen. ‘Hoe kan het wel?’ is een vraag die meer centraal moet staan.
De ervaringsdeskundigen die aanwezig waren hielden het gesprek scherp en kritisch en dat bewijst volgens mij dat samenwerking heel goed kan, als er daadwerkelijk ruimte wordt gezocht en gevonden om elkaar te verstaan.
Een concreet voorbeeld dat Truusje gaf om dit te onderstrepen was dat ze de zaal attent maakte op hoe het is als je bij vergaderingen over je kind of in notulen telkens ‘moeder’ wordt genoemd. ‘Moeder zegt…’ ‘Moeder vindt’. Truusje is een eigen persoon en mama van twee prachtige kinderen, die helaas niet bij haar op konden groeien, maar waarvan zij altijd mama is gebleven. De opmerking kwam binnen. En dat is precies de bedoeling. Dat wat we tegen elkaar zeggen, ook binnen komt, zodat we van daaruit kunnen zoeken naar hoe we samen voor de kinderen kunnen zorgen die ons toevertrouwd zijn. En laten we niet vergeten de kinderen zelf ook te betrekken in deze samenwerking, op een voor hen passende wijze. Dank Joris en collega’s en studenten van de HAN, dank BOEG, dank kijkers in de zaal, dank Team Ed, dank Alie en Mariam en dank Truusje en Dineke voor jullie openheid en eerlijkheid en ontwapenende humor. Dank voor het samen optrekken en samen leren, Dank ook Martine en de onderzoekers van lectoraat Jeugd en Gezin voor het prachtige onderzoek dat jullie hebben gedaan!
Geef een reactie