Ik eindigde mijn vorige blog met de quote van Peter Rollins waarin hij beschrijft dat de kruisiging van Jezus ons naar de vrijheid leidt van de levensvreugde midden in de gebrokenheid. Maar wat betekent dit? Hoe wijst dat mij de weg in mijn leven? Voor een deel is de vraag beantwoord. Ik hoef niet meer te zoeken naar het ‘waarom’ van het lijden en het ‘waarom’ van het toelaten van lijden door God (denk ik). Het lijden is er simpelweg. Ik kan alleen maar zoeken naar een manier om daar middenin mijn weg te gaan. Maar hoe dan? Het leuke is dat Rollins om een antwoord op deze vraag te geven, niet alleen de Evangeliën, maar ook de brieven van Paulus beschrijft. En met terugwerkende kracht kreeg ik een groot respect voor de man die er mijns inziens voor gezorgd had dat er allerlei regels in kerkelijke gemeenten waren die ik op zijn minst vrouwonvriendelijk vond. In het perspectief dat Rollins geeft op Paulus is dit helemaal niet zo. Het tegenovergestelde juist.
Nog heel even terug naar de kruisiging. Peter Rollins benadrukt dat kruisigingen aangaven dat het slachtoffer uitgesloten was van alle betekenissystemen. In het christendom is het kruis in een betekenissysteem opgenomen. Je krijgt dan als je dat visueel maakt een soort plaatje als hierboven geplaatst is. Verschillende betekenissystemen staan naast (of tegenover) elkaar en hebben allerlei stammenstrijden. Paulus komt echter tot een andere conclusie. Voor Paulus gaat het er om dat we boven onze gegeven identiteiten moeten staan. Voor Paulus ligt de identiteit van de christen juist in de ervaring van het onvermogen van alle identiteiten. Het plaatje komt er dan anders uit te zien:
Paulus is ervan overtuigd dat degenen die zich identificeren met Christus niet langer gevangen gehouden worden door deze categorieën. Het gaat er niet om dat je op de een of andere manier ophoudt om bij een van deze categorieën te horen, maar dat dit nieuwe collectief binnen de oude orde bestaat en je in contact brengt met anderen die eerder werden beschouwd als buitenstaanders.
In de Evangeliën doet Jezus hetzelfde. Hij betwist de scheidslijnen tussen Joden en heidenen, slaven en vrijen, mannelijk en vrouwelijk. In een van mijn favoriete parabels vertelt Jezus over een banket door een koning georganiseerd. Op dit banket zwaaien de deuren open voor eigenlijk iedereen die bereid is om boven de natuurlijke scheidslijnen uit te komen en elkaar te ontmoeten buiten de starre structuren die door de traditie zijn vastgelegd.
Toen ik dit had gelezen had ik als eerste een andere indruk van Paulus. Ik vond hem plotseling nogal geniaal. En ook Rollins vond ik geniaal omdat hij deze gedachten op papier heeft weten te zetten. Als tweede wees dit hoofdstuk mij een weg, waar ik graag op zit (wel met vallen en opstaan). Dit is de weg waar mensen niet proberen om hetzelfde te zijn, maar proberen om elkaar te verstaan vanuit de erkenning van de verschillen. Ik hoef daarbij niet te streven naar harmonie heelheid en eenheid, maar kan mijn onvermogen, irritatie, ongeloof en overtuigingen inzetten om te midden van alle onduidelijkheid en verschillen mensen te ontmoeten.
Het is nu heel moeilijk voor me om niet terug te keren naar een van mijn eerder gevolgde concepten ‘christendom’ (zie blog Fragmenten: offer) waar ik dat doe om God tevreden te stellen, uit dankbaarheid, om te zijn als Jezus, het misschien toch niet helemaal zeker is of ik wel in de hemel kom etc… Deze gedachten zijn zo vertrouwd dat ik er bijna automatisch in terecht kom. Gelukkig gaat Rollins nog wat verder met het bespreken van de verworven vrijheid. Wordt dus vervolgd.
Geef een reactie