Deze week vierden we Sinterklaas met familie. Een berg pakjes lag in de kamer. Het gevoel van de berg werd vooral veroorzaakt door een enorm pak dat in het midden van de kamer lag. De naam Hans stond er met zwarte stift opgeschreven. Met grote ogen keek de regenboogprins naar het enorme cadeau en vroeg zich stilletjes af waarom dat niet voor hem was. Gelukkig kreeg hij allemaal leuke cadeau’s en het leek erop dat hij kon accepteren dat het grootste cadeau echt niet voor hem was. Totdat het moment aanbrak waarop het aan Hans gegeven werd. De regenboogprins vroeg wat huilerig waarom het cadeau niet voor hem was. Op dat moment kwam er een nieuw pak tevoorschijn waarop met grote letters stond: gefopt! Waarop Hans het pak doorgaf aan mijn vader. Dat trok de regenboogprins helemaal niet en moest nu echt huilen. Gefopt? Was was dat? Egbert legde uit dat dat echt bij Sinterklaas hoorde als kinderen wat groter werden, dat je elkaar kon foppen. Dat het een grap was. De prins moest even heel hard schakelen en toen won de humor het van de tranen. Hij schaterde zelfs op het moment dat het iedere keer kleiner wordende pakje ook bij hem kwam en er nog een kleiner pakje uitkwam wat nota bene voor iedereen bleek te zijn en wat alleen maar een aantal gouden chocolademunten bevatte. Het was een mooi moment. Een moment waar de regenboogprins iets leerde over hoe cadeautjes, naast gewenst, ook grappig kunnen zijn en waar ik weer zag dat fopcadeau’s en humor en samenzijn veel meer betekenen dan alle prachtige materiële cadeau’s.
De rest van de week kregen Egbert en ik iedere dag een fopcadeau, vakkundig ingepakt door de regenboogprins. Ik kijk nu al uit naar volgend jaar! De fun is er in gekomen, Sinterklaas wordt pas echt leuk als de prins mee gaat foppen (met kleuren of schoorsteenpiet, of zwarte sint met witte piet, wat mij betreft]. Dank aan mijn lieve neefje en mijn zus voor dit geweldige initiatief.
Geef een reactie