We ontmoetten haar voor het eerst zo’n vijfenhalf jaar geleden. De zus van de regenboogprins.
Ze verhuisde toen van een jeugdzorg-instelling naar een gezinshuis.
We bezochten haar in het gezinshuis iedere zes weken. Meestal gaf de Regenboogprins het aan: “Ik heb wel weer eens zin om naar Sis te gaan..” zei hij dan. Het was altijd zo geregeld en Sis kwam ook af en toe bij ons. Zo ging dat vijf jaar in een gestaag ritme door. Totdat er een barst in het evenwicht kwam.
Dit jaar in februari ging het helemaal mis. Sis redde het niet langer in het gezinshuis, bracht zichzelf en anderen in gevaar en werd op een dag naar een Crisisopvang gebracht. Toen de voogd ons belde om ons te informeren was ik bezorgd. Dit meisje kende de klappen van de zweep. Inmiddels haar 5e plek en er zou opnieuw gezocht moeten worden naar een woonplek want een Crisisopvang is niet geschikt. Uiteraard probeerden we dezelfde week nog even contact met haar te zoeken. Dat lukte uiteindelijk ook.
En toen kwam Corona. Alle instellingen gingen dicht. ook de Crisisopvang, wat betekende dat ze alleen het huis mocht verlaten voor kleine wandelingen en niet bij ons op bezoek mocht komen . Wat we mochten na de eerste periode: haar wekelijks even ophalen voor een wandeling in de buurt. Dat deden we dan maar. Om en om gingen lief en ik samen met de regenboogprins en Sis wekelijks een anderhalf uur op pad. Het waren leuke uren, meestal namen we wat te drinken en te eten mee. De prins en Sis maakten veel foto’s samen en van elkaar en de natuur om hen heen. Zij leerde hem de nieuwste apps kennen, hij nodigde haar uit om te experimenteren met haar camera.
af en toe praatten we wat serieuzer. Ze vond het niet leuk op de opvang. Ze wilde naar een nieuwe plek. Het liefst een pleeggezin, maar dat mocht niet had ze van haar voogd gehoord. Ik werd heen en weer geslingerd tussen bewondering en zorgen. Ik had bewondering voor haar kracht en creativiteit. Ik zag ook hoe negatief ze over zichzelf dacht. Hoe ze vaak al voordat ze iets nieuws zou proberen er mee op hield omdat ze dacht het niet te kunnen. Ik zag haar schreeuw om aandacht online. Ik zag haar veranderen omdat er niemand meer was die bezig was met haar opvoedimg.
Er zijn mensen die om haar heen staan, maar die kunnen net zoals wij alleen maar steun bieden en niet de volledige opvoedimg doen.
Ondertussen ging het week na week slechter en er was geen uitzicht op een nieuwe plek. Na 5 maanden (een crisis plaatsing is 6-8 weken maximaal) werd er toch een plek voor haar gevonden. Was het te laat? Was het wat ze wel wilde maar toch ook niet?
in ieder geval ging het hetzelfde weekend nog een keer helemaal mis.
Zo mis dat Sis naar een gesloten setting werd gebracht.
Opnieuw moest ik twee weken lang mijn best doen om helder te krijgen of ze bezoek mocht ontvangen. uiteindelijk konden we deze week even met haar op stap. Ze keek reikhalzend uit naar haar verhuizing in augustus, waar ze weer op een open groep mag gaan wonen. En wie weet, als het goed gaat, toch ook nog in een gezinshuis of een pleeggezin. Want dat is wat ze het liefste wil, een thuis!
Toen we naar huis reden uitte de Regenboogprins zijn angst. Hij was immers ook soms heel boos. Mocht hij dan wel bij ons blijven?
Ik merk in mezelf een groot verdriet over hoe oneerlijk het leven soms is voor mensen en ook over mijn eigen beperktheid om daar iets aan te doen. En over de beperktheid van ons systeem. Dat er hulp is voor kinderen die overal buiten dreigen te vallen is noodzakelijk en fijn. Tegelijk is een professional iemand die de deur achter zich dichttrekt soms (en dat moet ook). Maar als een kind bijna alleen nog professionals heeft die voor hem of haar zorgen, dan is het arm. Heel arm. Want het heeft geen thuis.
Voor Sis wens ik dat we als pleegouders van de Regenboogprins samen met enkele andere zeer betrokken mensen en professionals een vangnet kunnen gaan vormen. Dat we de eilanden cultuur op kunnen heffen. En ik hoop ook dat Sis een paar hele goede vriendinnen gaat krijgen. Dat ze zich uiteindelijk thuis kan voelen op meerdere plekken en als eerste bij zichzelf.
Voor de rest heb ik heel veel vragen, hoe dit toch kon gebeuren en hoe dat en waarom en hoezo en had dan niet? Het systeem gaat mank en de mensen die in het systeem functioneren ook. Ik durf het bijna niet te vragen. Heeft het systeem een beter resultaat gehad dan als Sis niet uit huis was geplaatst? Ik weet het niet goed. Er is veel misgegaan. Ik doe iedere avond een kort gebed; voor Sis, voor haar familie, voor ons en voor de Regenboogprins.
Dat het goed mag komen.
Geef een reactie