Mijn verhouding met structuren is altijd ambivalent geweest, zo ook met de kerk. Ik struin liever aan de randen van de structuur, zodat ik erin en eruit kan stappen. Lang geleden ontstond voor mij zo een pad, soms wijkend van het hoofdpad, maar meestal er vlak naast. Op dat pad ontmoet ik vele gelijkgestemden. Theatermakers, promovendi, kunstenaars, pioniers en piraten.
Eens in de twee jaar ontmoet ik een bijzondere troubadour. Hij is een echte Speelman . Een nar. Een wijze en een ziener. We zijn blij als we elkaar zien. We omhelzen elkaar en praten bij over wat we onderweg geleerd hebben, wat we graag door willen geven.
En we kijken naar het pad naast ons. In de verte zien we ze aankomen, die bijzondere groep mannen en vrouwen die zich geroepen weten een verbinding te zijn. Tussen hemel en aarde. Tussen kerkenraad en gemeente. Tussen ouders en kinderen. Tussen God en mensen. De groep predikanten met wie wij twee dagen gaan werken bij de Eemlandhoeve in Bunschoten, een plek die gecreëerd is om te verbinden.
Sommigen zullen ons angstig aankijken hopend dat we niet te veel gekkigheid uithalen. Anderen zijn al heel creatief en vragen zich af wat ze nog kunnen leren hierin. Vaak beheerst en beschouwend, nadenkend , afwegend.
Als ik een beeld voor ze zou moeten kiezen zou ik ‘de denker’ van Rodin kiezen. De denker die zich bezint op het leven is vaak ook sociaal, pastoraal, luisterend naar de verhalen van mensen, vertrouwd met het lijden. Het zijn dragers, deze predikanten. Ze dragen een stukje van de aarde.
En wij, de narren, de ‘bermlopers’ (met dank aan Janneke Nijboer voor de inspiratie) lopen een stukje met ze op om hun creativiteit tevoorschijn (terug) te halen. We nodigen ze uit het pad te verlaten om nieuwe avonturen te beleven en dan van een afstand opnieuw naar de hoofdweg te kijken.
Ook dit jaar hebben we dat gedaan. We spraken over ‘forestchurches’ en vierden met de Speelman het druïdische midzomerritueel. We bestudeerden onze monsters en zochten nieuw manieren om ze te verslaan. Een stekelige egel bleek hierdoor meer met konijnen te hebben dan hij in eerste instantie dacht. Samenwerking en niet in je eentje ‘dragen’ bleek een weg naar nieuwe mogelijkheden. Regie nemen in veranderprocessen was een behoorlijke klus maar essentieel.
En we luisterden naar verhalen. Over blind dates en over een bezoek aan een coffeeshop. Over een ontmoetingsplek voor psychiatrische patiënten, die zoals iedere keer weer blijkt, beter wisten met wie ze van doen hadden dan de dominee had verklapt. Er was energie, inspiratie en ook volop fun deze twee dagen.
De laatste middag maakte iedereen vanuit zijn eigen vorm een vervolgstap in hetgeen hij graag wil bereiken in de praktijk. De Speelman en ik zaten zo lang even in het weiland in de buurt tussen een stier en wat koeien (gelukkig met hekken er om heen). En daarna luisterden we naar de predikanten en vonden dat ze allemaal iets van onze Speelkunde in zich hadden opgenomen. Dat vonden wij tof en we voelden ons gezegend.
Dankbaar voor deze mensen en voor het werken met elkaar namen we afscheid. Tot over twee jaar!
Geef een reactie