Regenboogprins: ‘ Heeft God die auto gemaakt?’
Ik: ‘Nee, God kan geen auto’s maken.’
Regenboogprins: ‘Heeft ie dan de boeken gemaakt?
Ik: ‘Nee, de mensen maken boeken en auto’s’
Regenboogprins: ‘Wat heeft hij dan gemaakt?
Ik: Wat denk jij?’
Regenboogprins: ‘Water?’
ik: Ja, dat wel denk ik. weet je nog meer?
Regenboogprins: ‘Eh als laatste de mensen toch?’
Ik: ‘Ja. En weer je nog meer?’
Regenboogprins: ‘De dieren en het gras?’ (even stil) Eigenlijk heeft God maar weinig gemaakt.
ik: ‘Ja, bar weinig’.
Geef een reactie