Storytelling en de dramadriehoek.


Voor de post HBO supervisie & coaching  van de Christelijke Hogeschool Ede gaf ik gisteren een studiedag over storytelling. Mijn collega Ben Vissee vroeg mij vorig jaar voor het eerst, en dit jaar hebben we een middag samen doorgebracht om te kijken of we onze kennis konden bundelen. Ben is een expert in de Transactionele Analyse. Ik weet veel van storytelling en hoe je als supervisor met verhalen kan werken.

We vonden een superleuke link door de dramadriehoek (aanklager, redder en slachtoffer) en de winnaarsdriehoek (protectie, permissie,  potentie) aan een bestaand en later ook aan eigen verhalen te koppelen. Lees verder →

Wat is mijn plan vandaag?

Alles draait, alles gaat zoals het gaat
Hoe moet ik leven
Waar gaat het heen
Alles draait, alles gaat zoals het gaat
Wat gaat vanzelf
Wat doet iedereen wat is mijn plan vandaag

Wende zingt en wij zingen mee. Wende zingt en plotseling zwaait de Regenboogprins naar een passerende motor. ‘Zag je hoe hij keek?’ lacht hij en dan zijn we allebei even stil. Ik slik een traan weg. Want hier delen wij een ander moment, een paar weken geleden nog maar, toen hij en Sis bij mij achter in de auto als twee  jonge tieners speelden en zwaaiden naar iedereen die ze tegenkwamen op de snelweg. Zoveel plezier, zoveel fun, het spatte van ze af.
Dat  had vandaag ook zo kunnen zijn als Sis niet op de dag van ons vertrek verdwenen was van de groep waar ze woont. We zijn zonder haar naar ons chalet vertrokken voor ons Hemelvaartweekend.
Ik zie de prins denken; ‘het is toch anders alleen, het is een leuker spelletje samen. En waar is ze eigenlijk? Als ze maar weer terugkomt.’

Lees verder →

Ga je mee op avontuur?

‘Doe de rugtas van je af. Leg je boeken in de kast. We gaan op avontuur, we gaan op reis.’

Deze zin komt uit het liedje dat Andre van Egmond schreef naar aanleiding van een online theaterworkshop die broedgebied in samenwerking met Vitree.nl en andere jeugdzorgorganisaties uitvoerde met eigen kinderen van pleegouders voor het project Engage the Village.
In het liedje heeft Andre verschillende fragmenten uit de workshop verwerkt. Bij het liedje hebben we een videoclip gemaakt waarin een aantal deelnemers hun fragment ook speelden.

De veerkracht spat er vanaf!

Maarre…. het gaat eigenlijk helemaal niet over pleegbroer of zus zijn, toch?

Ik kan me voorstellen dat kijkers dat denken bij het zien van de clip.
Dat klopt! Het gaat er niet over. Maar toch ook weer wel.
In de video zie je een aantal kinderen die hun talenten laten zien.
Kinderen die er zijn!
En het ‘er zijn’ , daar gaat het om.

Veel eigen kinderen van pleegouders en gezinshuisouders geven aan dat het vaak druk is thuis.
Ze moeten er aan wennen dat ze de aandacht van hun ouders moeten delen met andere kinderen. En omdat deze kinderen ook vaak ontregeld, getraumatiseerd  en verdrietig zijn, vergen ze van de pleegouders en gezinshuisouders veel energie, soms is er dan minder over voor hun eigen kinderen. Bijna alle eigen kinderen zijn loyaal naar hun ouders en pleegbroers en zussen.
Maar ze vinden het soms ook lastig.  En om aan te kunnen geven dat je iets lastig vind, moet je vertrouwen in jezelf hebben en weerbaar zijn.
Kinderen die zelfvertrouwen hebben, weten hun talenten en hebben eigenheid ontwikkeld waarin ze zich gezien weten door hun ouders,  (pleeg)broers en zussen, familie en vrienden.
En daar zijn we weer bij de video! Andre roept de kinderen op om bij tijd en wijle de discipline, de regels en het aanpassen los te laten. Leg je boeken in de kast en ga op avontuur! Doe waar je blij van wordt, leer nieuwe dingen, ontwikkel je.  In principe is het vind ik een oproep aan alle kinderen, maar voor kinderen die al vroeg ontdekken dat het leven voor sommige kinderen heel moeilijk is en leren verantwoordelijkheid te dragen binnen een pittige situatie, is het essentieel. Als je ook nog graag wilt weten wat de kinderen andere kinderen van pleegouders adviseren kun je ook nog de video met 7 Tips bekijken. Maar de tips komen alleen tot hun recht in een situatie waar er als eerste ruimte is voor eigenheid en talent van de kinderen, en dat zie je in de videoclip ‘we gaan op avontuur’, dus kijk ze vooral allebei.

Mei; over Vogels enzo.

Na een onstuimige april, begon  de maand mei ook met een paar stormachtige regenachtige dagen. Met lief en Regenboogprins ben ik een weekje in ons chalet.  ‘April doet wat ie wil, maar mei geeft nog geen zonneschijn’ zegt de Regenboogprins na een paar dagen van wind en regenbuien. Ondertussen kijk ik naar foto’s van prachtige kleurige, soms donker, dan weer lichte luchten. Foto’s die vrienden her en der online posten. De Regenboogprins moppert nog wat door tot ik zeg; ‘maar in mei leggen wel de vogels een ei!’  en hem wijs op een nestje dat gebouwd is in de hoek van het chalet, bovenop op ons wasrek tijdens de week dat we niet bij ons chalet waren.  Een merel zit er bovenop en houdt ons scherp in de gaten.  Vanaf dat moment doen we onze deur voorzichtig open en kijken we iedere keer als we naar buiten gaan of de merel er nog zit. Ondertussen, zo’n 700 meter verderop op de archemerberg gebeurt er ook een klein wonder. Er is een lammergier gesignaleerd. Als ik mijn ochtendwandeling maak, zie ik vanzelf een groepje mensen langs de kant van de weg, in groene pakken, gewapend met enorme kijkers en telelenzen. En als ik in één van de kijkers kijk, zie ik inderdaad een enorme vogel op een boomstronk zitten ergens op de hei. Het is heel bijzonder, dat merk ik als de dagen erna, het zandpad naast het enorme veld waar de lammergier zit, steeds dichtbevolkter wordt, want iedereen wil de lammergier zien. Zo denk ik deze dagen aan lammergieren, broedende merels, regenbuien, luchten en zonneschijn. Zo klus ik wat aan ons huisje, zo bezoek ik mijn ouders, ontmoet mijn schoonouders, zo heb ik onverwachte ontmoetingen en lees ik ‘Fresia’s voor mevrouw Brak’. Heerlijk toch?
In al zijn onstuimigheid begint mei best goed! En met jonge vogeltjes in het vooruitzicht heb ik al weer zin in de volgende weekenden van mei!

.

 

 

Alive and Kicking!

‘We hebben wat geld gekregen op de groep van iemand die iets doet voor zielige jongeren en nu mogen we allemaal een cadeau uitkiezen.’

Ik kan me nog als de dag van gisteren herinneren dat Sis dat tegen me zei. Ze wist niet goed wat ze er mee moest. Het was natuurlijk heel erg leuk dat ze een cadeau mocht uitzoeken, maar tegelijk  snapte ze niet zo goed dat ze dat zo maar van een organisatie aangeboden kreeg.  Ze had al een uitzonderingspositie als een kind dat op een groep woonde, en nu kreeg ze ook nog een cadeau als een soort uitzondering. Het leven kan flink ingewikkeld zijn als je tijdelijk of niet bij je ouders kunt opgroeien. Inmiddels heb ik naast de regenboogprins een flink aantal pleegkinderen gesproken en standaard stel ik ze de vraag: ben jij anders dan anderen omdat je in een pleeggezin woont?


‘Natuurlijk niet.’ zei mijn eigen Regenboogprins.
‘Soms voel ik me wel anders als ik buiten mijn eigen huis ben’ zei een meisje van 11.
‘Iedereen is gelijk!’ zei een jongen stellig toen ik het hem vroeg.
‘Nou, zelf ben ik denk ik niet anders, maar mijn situatie is wel anders’ zei een jongen van 13.
In ieder geval vonden ze zichzelf niet zielig.

Dat zijn ze ook niet. En toch snap ik de reactie van Sis wel een beetje. Want heel veel mensen vinden het heel erg naar als ze horen dat kinderen niet bij hun ouders op kunnen groeien.  Ze hebben dan diep medelijden, ik ook. En eigenlijk is dat mooi. Het raakt.  Maar dan komt de distantie.  Misschien omdat we het bij de ellende niet uithouden? We nemen afstand. Wij hadden dat niet? Wij zijn anders? De  kinderen zijn vanaf dat moment ‘zielig’ of met een netter woord ‘kwetsbaar’ (zie eerdere blog). Of, als ze zich niet laten kisten, het zijn kinderen met gedragsproblemen wat ook een fijn woord om afstand te nemen en de kinderen een label te geven. Mensen zullen niet snel zeggen dat deze kinderen echte survivors zijn, dat zeggen ze gelukkig zelf wel. Kinderen met een ‘rugzak’ vind ik misschien nog de beste beschrijving die ik er over gelezen heb. Omdat het vaker gaat over de situatie, de omstandigheden die complex zijn, dan om de kinderen zelf.

Pleegkinderen en kinderen die op een groep wonen zijn dus gewone kinderen, met een rugzak vol veranderende situaties, waar ze mee moeten dealen.  Een hele klus.
Afgelopen maand deed ik samen met mijn goede vriend Wouter een interview met twee jongeren (19 en 21 jaar) die ons vertelden wie ze waren en hoe de situaties die ze overkwamen ze gevormd heeft. Hoe er dwars door moeilijke tijden belangrijke levenslessen werden geleerd.

‘Ik had niet gedacht dat ik met de persoon die ik het allermeest verafschuwde, nu weer kan lachen. Ik heb geleerd dat vergeving vrijheid geeft. ‘ Gianny
‘Mijn leraar zei dat ik het slimste meisje van de klas was, ik kon het niet geloven, maar ik zit nu wel op het HBO’  Elisa

Wil je luisteren naar deze twee inspirerende jonge vrouwen die allebei in een pleeggezin wonen?
Open je geest en luister naar het boeiende verhaal van Gianny en Elisa. Met heel veel bewondering en respect vraag ik ieders aandacht voor hun verhaal.