Ik ontmoette ze vorig jaar tijdens de kunstminor die ik aanstuurde op de hogeschool waar ik werk. De één studeerde social work en viel mij op toen ze in haar eentje door Londen struinde en allemaal grappige filmpjes op Facebook postte over dingen die ze had gedaan en uitdagingen die ze was aangegaan. Ze had een open gezicht, ze was enthousiast en ze had een mooie stem.
De ander studeerde aan de Pabo en viel mij op doordat ze met een ukelele en in een hippie-jurk door Boedapest struinde terwijl ze kolderieke liedjes zong. Ik was nieuwsgierig naar wat deze twee vermoedelijk zeer getalenteerde mafketels zouden gaan doen tijdens de minor. Een half jaar later was mijn bewondering en sympathie voor deze twee meiden flink gestegen. Ze werkten hard, ze waren eigen en origineel en leverden kwaliteit. Alle docenten waren het er over eens. Mariam acteerde, speelde gitaar, schreef muziek en zong. Anne-Roos schreef en schreef, rondde haar opleiding af werd dorpsdichter en deed toelating voor de opleiding Creative Writing aan ArtEZ, Hogeschool voor de kunsten, waar ze inmiddels studeert.
Verhalen werden liedjes, poëzie kreeg een melodie en zij zongen. Soms met gitaar, soms met Ukelele. Ze namen uitnodigingen om te komen spelen en zingen aan en traden op tijdens verschillende festivals zoals ‘Gluren bij de buren’ , Pop-up Festival en Stichting Buurtgezinnen. Ook maakten ze liedjes voor mijn eigen fototentoonstelling ‘een bijzonder gewoon leven’. Als ze gaan dan gaan ze goed. wat hun stijl is? Ik noem het kleinkunst. Het zijn liedjes en het zijn verhalen en ze zijn het allemaal waard om naar te luisteren!
Geef een reactie