Sien? (Van trainingsacteren kun je leren)

Lange tijd waren mijn ouders de ‘meer-wetenden’ en ‘bijna-alles-kunners’.  Maar ik ontdekte op een gegeven moment dat ik meer wist over bepaalde dingen dan mijn ouders. Ik denk dat dat begon op mijn middelbare school. Mijn moeder kon me niet echt helpen met wiskunde, mijn vader nog wel. En later met biologie en scheikunde had ik echt bijlessen van mijn leraren nodig omdat mijn beide ouders dat ook niet echt meer snapten. Dat was een gekke gewaarwording. Gelukkig konden ze me wel veel leren over het leven.
In de loop van de tijd werd het verschil in kennis en opleiding minder belangrijk en gingen de gesprekken meer over het leven van alledag en over wat hierna kwam. Ik denk dat dat vrij normaal is. Nu zijn mijn ouders 86 en ben ik in de 50 en hebben zij voor het leven meer en meer de steun van professionals en van ons als kinderen nodig.
Maar wat als je al op 7 of 8-jarige leeftijd merkt dat je ouders veel minder kunnen dan jij?
Dat je dan al zelf kookt, zelf opstaat, soms je ouders ‘s morgens wakker moet maken en je eigen broodtrommel vult? En als je terwijl je ouder wordt, meer en meer de assistent wordt van je ouders omdat de mensen en de samenleving om je heen van je verwachten dat jij de (jonge) mantelzorger bent?

Een illustratie voor iedereen die dat niet kent, maar wel van leuke films houdt, is de film Matilda, op basis van het gelijknamige boek van Roald Dahl. Over het meisje Matilda dat geboren wordt in een gezin dat totaal anders is dan zij. Ze leert zichzelf lezen, koken, opruimen, de bibliotheek vinden en vraagt haar ouders of ze naar school mag. Een hilarische film.
En tegelijk gebeurt het ook echt zo. Sommige kinderen worden geboren uit ouders met een verstandelijke beperking. Lees verder →

Theater, theater, theater.

Toen ik 15 jaar op het HBO had lesgegeven wist ik, ik wil weer meer zelf maken. Ik had studenten leren spelen, leren maken en zowel me geirriteerd als genoten van de dingen die ze maakten. Soms zag ik kunstenaars voor mijn ogen wakker worden, wetend dat ze iets met theater of kunst wilden. Soms zag ik mensen met moeite de zo begeerde punten binnen slepen. Maar steeds vaker zag ik mezelf in een droom weer op de spelvloer staan, of nee, ernaast, maar dan weer als theatermaker. En op het podium, als speler, als nar, als persoon die verhalen tot leven brengt en mensen met elkaar in gesprek brengt.
Ik houd van het podium. En ik houd er net zoveel van om mensen op dat podium te zetten met iets wat ik, samen met hen heb gemaakt. Dus…. ik werk niet meer als docent, maar ben maker, trainer en regisseur.
Verbonden aan het Sociale Domein zoals met de theaterlezing ‘samenwerken met ouders’ die ik heb gemaakt voor het Lectoraat Jeugd en Gezin van de Christelijke Hogeschool Ede.

Of via het creatieve project Engage the Village, waarbij ik zo veel mogelijk mensen uit de pleegzorgwereld een podium biedt via allerlei kunstinterventies. Samen met Vitree Jeugdzorg en met de mensen waar het om gaat onderzoeken we op een creatieve manier waar nou eigenlijk de veerkracht en hoop in deze community zit. De moeilijkheden kennen we wel. De veerkracht en hoop mag meer gezien worden!

Of bij theaterwerkplaats Orde der Dwazen, waar ik sinds mei lesgeef en regisseer. Wat een heerlijke spelers. Goede spelers. Toegewijd aan het vak. Passie voor theater. Een feestje om met deze groep te werken.  en ze spelen weer. In november kun je gaan kijken naar hun voorstelling Eensaam die in verschillende theaters vertoond wordt.

https://www.ordederdwazen.nl/

Of gewoon op maat, als er een vraag binnenkomt. Zoals de vraag die mijn theatermaatje Tabitha van Dongen en ik kregen om het theater tijdens het oogstfeest voor een leernetwerk rondom de sociale basis in Ede te verzorgen. We hebben in korte tijd heel veel geleerd over de sociale basis en over hoe irritant zussen kunnen zijn voor elkaar.

En ik voel me zo levend. Het was de beste stap die ik heb gemaakt de afgelopen jaren. Geen makkelijke stap, maar wel eentje waardoor ik blij ben. Alsof mijn hart een sprongetje maakt.
Omdat ik het leven wil tonen. Het goede leven, met al zijn mitsen en butsen. Maar zeker goed! Theater waar de ontroering, de waardering, de pijn en de humor hand in hand gaan. In ben in mijn element. Mijn toekomst is vandaag.

 

De brief.

Zaterdag 25 september. Met Engage the Village zijn we aanwezig in Netl, de wildste tuin van Nederland. Simone, van Zogemaakt, en ik. We vullen drie grote tafels met allerlei materiaal. De kinderen kunnen Leporello ‘s maken en brieven schrijven of kaarten. De Leporello mag direct mee naar huis. De briefkaarten worden met adres erop bij mij ingeleverd. Die worden ergens dit jaar verstuurd naar de adressen die op de brief staan. Met grote aandacht worden tekeningen, collages en korte zinnen gemaakt.
Ik ben altijd al geïntrigeerd geweest door brieven. Er staat op onze zolder nog een oude doos vol brieven die ik heb gekregen van vriendinnen en vrienden en geliefden. Eens in de zoveel tijd zoek ik ze op en lees ik ze. Het zijn geelgeworden schatten. De handschriften, de tekeningen, de woorden. Ik had het niet willen missen. Lees verder →

Huilen als een volwassene

Zevenentachtig jaar is hij geworden vandaag. Mijn lieve oude vader. Nog twee jaar en dan is hij zijn langstlevende oude zuster gepasseerd. Hij had niet gedacht dat hij zo ver zou komen. De laatste maand gaat hij iedere dag met de taxi naar het ziekenhuis voor een bestraling. ‘Heel ontspannen’ noemt hij het. ‘Nergens last van’.  Lees verder →

Zussen en de Sociale Basis.

Gisteren speelden mijn maatje Tabitha van Dongen en ik twee zussen. Diana (links) en Petra (rechts) Verhoef. We waren uitgenodigd op een oogstfeest georganiseerd door de gemeente Ede over de sociale basis. Uiteraard hebben we het zowel qua vorm als qua inhoud grondig voorbereid.
De zussen begrepen niet alles helemaal goed. Was de sociale basis nu al het vrijwilligerswerk in samenwerking met de gemeente, of zowel professioneel als vrijwilligerswerk? Of was het de onderliggende betrokkenheid, het cement dat de samenleving staande hield? Ieder gesprek met enthousiast betrokken mensen leverde nieuwe informatie op en zo ontstond zo langzamerhand een beeld. Een beeld in beweging. Wat we tijdens de voorbereiding en gisteren tijdens het oogstfeest in ieder geval merkten, was hoe groot de betrokkenheid en bevlogenheid van ieder individu was voor zijn eigen organisatie of functie. En ook hoe leuk iedereen het vond om mensen te spreken van andere organisaties en clubs. En tegelijk merkten we nog veel reserve, onbekendheid met elkaar, taal en cultuurverschillen. Als zus Petra was ik enthousiast over de sociale basis en vooral over wat ik daar in kon doen. Als mezelf ben ik ook enthousiast omdat waar gemeentes echt samen gaan werken met vrijwilligersinitiatieven en professionele organisatie en bereid zijn om beleidstaal om te zetten in ‘gewone’ burgertaal, er hoopvolle verbindingen gaan ontstaan. Als je elkaar kent verwijs je makkelijker door, kies je soms dingen niet te doen, leer je elkaar beter vertrouwen. Ik hoop dat dit oogstfeest over een jaar nog eens herhaald wordt en steeds meer mensen hebben gemerkt dat ze iets goeds hebben ontdekt en gedaan.

Zus Diana’s persoonlijke hoogtepunt was het moment dat ze met haar knuffelhond (die Petra per ongeluk als cadeau had bedacht voor een projectgroep) op de foto mocht met de wethouder. Oudste zus Petra gunde dat wel aan Diana.
En nu zijn we een dag verder. En ik ben vrolijk en dankbaar dat mijn goede collega Anne Frouk (foto hierboven rechts) ons vroeg voor dit feest, en de ontmoeting met leuke mensen van de gemeente.. Nu even uitrusten en vanavond weer theaterles geven.