Soms wonen mensen met elkaar, ook al is het niet in hetzelfde huis. Soms leven mensen met elkaar, ook al hebben ze een verschillende tuin.
Al een aantal jaren vier ik het leven met Blossom030, een kleine community. En als je een paar jaar met elkaar oploopt, deel je niet meer alleen je successen en je optimisme. Je deelt ook je irritante eigenschappen, je ongeloof en je verdriet. Als dat tenminste mag, als dat kan in die community. Er onstaat een natuurlijk evenwicht. Soms pakt iemand even iemands hand als die dat nodig heeft. Soms is het nodig om elkaar terecht te wijzen. En vaak, heel vaak krijgen we geweldige ideeeen waarvan 80% weer in de koelkast wordt gezet omdat er te weinig tijd is om ze uit te voeren. Ik geniet van deze kleine community. Afgelopen zondag dachten we na over ziekte en dood en nieuw leven. Soms gebeuren vreugdevolle dingen precies gelijk met vreselijke dingen. Als dat gebeurt weten we soms even niet meer wie we zijn. De Gebeurtenissen brengen ons uit ons evenwicht. Terwijl ik luisterde naar de stemmen om mij heen, ontspon zich het volgende verhaal:
Absolom, de oude rups, kijkt Alice aan: ‘ Eindelijk weet je weer wie je bent!’ zegt hij. Dan sluit hij zijn ogen en trekt zich terug in zijn cocon. De laatste draden vouwen zich om zijn hoofd. Een stilte valt.
Alice leeft verder terwijl ze de woorden van de rups met zich meedraagt. ‘Ik ben Alice’ zegt ze als ze een moeilijke hindernis moet nemen. ‘Ik ben Alice’ zegt ze als ze de man van haar dromen heeft gevonden. ‘Ik ben Alice en ik keef mijn leven zoals dat past bij mij.’ .
Zo leeft Alice verder. Op een dag, als ze wakker wordt, voelt Alice dat ze wat minder goed kan bewegen. Het lijkt alsof er zachte zijden draden om haar armen en benen worden gesponnen. ‘Ik ben Alice’ zegt ze terwijl ze opstaat en langzaam naar de douche loopt. De maanden verstrijken en Alice loopt steeds langzamer. Ze merkt ook hoe traag haar stem klinkt als ze met iemand spreekt. ‘Ik ben Alice’ probeert ze te denken. Maar ze is bang. Wat gebeurt er? Wat is er aan de hand? Wat als ze straks niets meer zal kunnen bewegen? Een traan glijdt over haar wang.
‘Absolom? Ben ik nog Alice?’
Als ze de volgende dag wakker wordt, schijnt de zon in haar slaapkamer en vliegt een kleine blauwe vlinder door het raam naar binnen. Hij dartelt door de zonnestralen richting Alice en landt een moment op haar hand. Dan vliegt hij weer verder.
‘Absalom, ben ik nog Alice?’ Roept Alice zo snel als ze kan.
De vlinder lijkt even in de lucht te stoppen maar vliegt dan door het raam naar buiten. Alice kijkt hem na.
‘In welke vorm dan ook, ik ben Alice!’ Besluit ze. Ze sluit haar ogen en voelt de laatste draden zijdezacht om haar heen weven. Dan sluit ze haar ogen en valt in slaap.
Geef een reactie