Neefje: als ik een strip lees, dan kijk ik niet naar de hoofdfiguur.
ik: Nee?
Neefje: nee, ik kijk liever naar de figuur erachter die je niet direct ziet.
Ik: oh.
Neefje: als ik een strip lees, dan kijk ik niet naar de hoofdfiguur.
ik: Nee?
Neefje: nee, ik kijk liever naar de figuur erachter die je niet direct ziet.
Ik: oh.
In een witte villa in Dalfsen zit ik op een houten stoel, terwijl Anne-Marth en Roy trouwen, Een van de getuigen spreekt en zegt dat mensen als ze veel met elkaar optrekken, steeds meer op elkaar gaan lijken. Hij eindigt zijn korte speech met de vraag; en als jij dan over 20 jaar in zijn gezicht kijkt; wie zie je dan? Lees verder →
De thee en koffie is ingeschonken. Nog een beetje onwennig maar ook verwachtingsvol zit ik op mijn stoel te kijken naar de mensen bij wie ik te gast ben. Het hoofdstuk ‘Verlies’ uit mijn boek ‘De verhalenkathedraal’ is uitgangspunt voor deze avond. Als ik het thema introduceer verschijnen verschillende denkrimpels boven ogen. Alsof er in ieders geheugenpaleis wordt gezocht naar mogelijk te delen herinneringen. Ik begin met het voorlezen van het verhaal over mijn boekenrekje. Zes minuten later is de kamer gevuld met bijzondere dingen. Nou ja, bijzonder…. een vergeelde pannenlap, een handspiegeltje, een hoed, een tijdens een vakantie gekocht sieraad en een babytruitje zeggen in eerste instantie weinig.
We staan relaxed op. De regenboogprins eet zijn yoghurt met cornflakes en samen kijken we naar het schoolwerk van de afgelopen week. Bij het vak nieuwsbegrip ging het deze week over de twee schilderijen van Rembrandt die Nederland graag wil hebben. (Althans, een deel van de samenleving). Dit gesprek vindt plaats aan de eettafel: