“Een tapijt is een verhaal. Daarin gaan weer talloze andere verhalen schuil. Kom hier, heel voorzichtig, pak mijn hand. Ja, goed zo. Kijk, zie je die patronen?” Ik staarde naar de kleurige versieringen op de rode ondergrond. ” Dat zijn allemaal aparte draden. Elke draad is weer een apart verhaal, begrijp je?” Ik knikte aandachtig, al wist ik niet zeker of ik haar begreep. ” Jij bent een draad, ik ben een draad. Samen vormen we een versiering, met veel andere draden samen vormen we een patroon. De draden zijn allemaal verschillend. Verschillend van dikte, verschillend van kleur. De patronen zijn op zichzelf moeilijk te herkennen. Maar als je ze in hun samenhang bekijkt, ontdek je prachtige dingen. Hier bijvoorbeeld. Is dit niet schitterend? Deze versiering? Gewoon fantastisch. Het gaat om het aantal knopen, om de dichtheid ervan. En om de verschillende kleurstructuren. Dat alles bij elkaar vormt dan de textuur. Ik vind dat een heel mooi beeld. Ik denk er de laatste tijd veel over na. Tapijten zijn geweven van verhalen. Dus moet je ze bewaren en onthouden. Ook al heeft dit tapijt jarenlang ingepakt gelegen en als voer voor de motten gediend, het moet nu herleven en ons zijn verhalen vertellen. Ik weet zeker dat wij er ook in verweven zijn. Al hadden we daar geen idee van.” En Stacia klopte uit alle macht op het zware tapijt. Ik ben die les nooit vergeten. Ik weet niet of ik Stacia hier moet bedanken, want met dit inzicht heeft ze me min of meer verslaafd gemaakt aan verhalen, en me ertoe veroordeeld jarenlang als een bezetene de verhalen achter de verhalen te zoeken als de verschillende lagen in een kostbaar tapijt.
Soms heb je zo’n boek. Zo’n boek dat je verslindt alsof het een maaltijd is waarvan je vermoed dat het de enige keer is dat die zo zal smaken als nu. Dat je doet huilen en lachen en dat je bij je keel grijpt. Zo’n boek waarin je maar blijft lezen omdat het je meesleept en waarvan je tegelijk niet wilt dat het afgelopen is. Zo’n boek is ‘ Het achtste leven (voor Brilka)’ van schrijfster Nino Haratischwili. In het verhaal staan acht levens uit een Georgische familie van 1900 tot nu centraal. Tegen de achtergrond van de opkomst en de ondergang van de Sovjet- Unie, de 2e wereldoorlog, het wegvallen van het Ijzeren Gordijn en de perestrojka, volgen we het leven en de keuzes van de vrouwen in deze familie en de mensen met wie ze verbonden zijn. De inleidende tekst die ik heb geciteerd beschrijft wat mij betreft wat de schrijfster heeft gedaan. In een taal die als chocolade smelt op je tong weeft ze een tapijt vol verhalen, en zie je als lezer dat tapijt langzaam maar zeker tevoorschijn komen. Het is zo’n boek waar je van moet zuchten. En nog eens. En nog eens. Omdat het zo mooi is.