Meikevers!

Verknocht aan Utrecht, leefde ik al zo’n 30 jaar met een niet kloppende overtuiging. Namelijk dat ik, ondanks dat ik gek op de stad ben, ten diepste een natuurkind ben. Als ik met mensen over mijn jeugd sprak, vertelde ik standaard over de bossen van Ommen, waar ik als kind doorheen zwierf, op zoek naar uileballen, die ik dan uit elkaar ploos om de botjes van de opgegeten muisjes te vinden.

Een paar jaar geleden kwam de eerste barst in die overtuiging toen ik met lief en regenboogprins op een boscamping stond in mei, en we de hele dag de knagende kaakjes van 1000en kleine rupsjes hoorden. Groene rupsjes die uit de bomen kwamen met zijden draadjes en op mijn haar en in mijn nek landden. We ontmoetten daar ook de eerste meikevers, vreemde grote bruine torren die met massa’s tegen de lamp vlogen en dan op hun rug op de grond vielen en vervolgens meestal doodgingen. Toen wij een beetje verontwaardigd aan de boscamping eigenaar vertelden dat we die rupsjes niet zo leuk vonden, haalde hij zijn schouders op en zei ‘ het is een boscamping!’  Ik zag hem denken: ‘stelletje stadsmensen’.
Een maand geleden sneuvelde de overtuiging helemaal. Sinds juni vorig jaar zijn wij samen met mijn zus en zwager de trotse eigenaars van een chalet, in Giethmen, op een klein park omringd door bos, heide, heuvels, akkers en weilanden. Lees verder →