Papa dementeert.

‘We zaten een tijdje op zijn kamer en spraken over schepen. Hij vertelt me dat hij drie ruimtes heeft waarin hij kan leven. Ik knikte instemmend. Zijn kamer, de douche en de huiskamer van de groep natuurlijk. Maar een minuut later zegt hij; ‘Het duurt wel lang voor we vertrekken!’ Ik realiseerde me dat de drie ruimtes niet in het verzorgingshuis waren, maar op het schip waar hij zich waande,’

Dit vertelde mijn lief toen hij even bij mijn vader op bezoek was geweest. Mijn vader is gedesoriënteerd in de tijd en ook in zijn omgeving. Regelmatig vindt een verzorgende hem s nachts aangekleed op het bankje voor in de hal van zijn groep. Als hij zijn appartement verlaat weet hij niet meer waar hij naartoe moet, ook al is de huiskamer 10 stappen van zijn appartement vandaan.
Iedere dag lees ik de rapportages en zie dat men het zorgplan aanpast, waarbij hij steeds meer assistentie krijgt. Vaak denk ik aan de woorden van Henri Nouwen; het laatste stuk van je leven moet je aanvaarden dat je weer afhankelijk wordt van anderen. Lees verder →

Papa

Sinds een jaar ben ik bijna wekelijks bij mijn ouders. Mijn vader dementeert, net zoals vele ouderen in Nederland. Af en toe heb ik momenten die ik wil opschrijven en delen.

We rijden naar het ziekenhuis. Zoals mijn moeder me instrueerde zet ik hem vlak voor het ziekenhuis op een bankje om even op me te wachten en parkeer de auto op de invalidenparkeerplaats. Dan haal ik een rolstoel uit de gang en rijd hem naar de afdeling cardiologie, waar hij voor controle heen moet. Ik heb een zeldzaam moment alleen met mijn vader.
Mijn vader, inmiddels nog 1.60 m, hij zal zo’n 8 centimeter gekrompen zijn de laatste jaren. Tot enkele jaren geleden, nam hij me nog altijd in zijn armen en knuffelde me fijn. Ik hield daarvan. Dat ik kon voelen dat hij blij was me te zien. ‘Ik ben trots op jou’ zo vaak heeft hij dat gezegd als hij kwam kijken bij een voorstelling, of een lezing of boekpresentatie. Zijn liefde heb ik altijd gevoeld en ik ben er zo dankbaar voor. Ik keek altijd graag naar zijn gezicht. Goedlachs, maar ook woedend of aarzelend. Ik kon gewoon lezen wat hij ergens van vond en dat was fijn. Lees verder →

Teun heeft een punt!

‘U mag bij de eerste deur rechts naar het toilet,’  krijgen de bewoners te horen. Voor familie en bezoek is het: ‘U mag in het midden van de gang rechts naar het toilet.’ De derde categorie zijn de zorgverleners die een eigen wc hebben met een sleutel. Bewoners hebben me meerdere malen gevraagd waarom dit zo is. ‘Vinden ze ons vies Teun?’

Toen ik 21 was deed ik een diaconaal jaar. Tijdens dat jaar ging ik mee naar een vormingsmeerdaagse voor tieners van het VMBO. Tijdens die meerdaagse ontmoette ik iemand die mijn naam niet echt bij mij vond passen. Hij noemde mij Teuntje.
De afgelopen dagen las ik het boek ‘verpleegthuis’ van iemand die echt Teun heet. Teun Toebes. Een jongere die bevlogen en idealistisch leeft. Hij besloot om in een verpleegtehuis te gaan wonen, samen met dementerende ouderen. En vanuit het perspectief dat hem daarmee gegeven werd, schreef hij zijn boek.
Met aandacht heb ik het gelezen en veel dingen die hij waarnam raakten me. Onder andere de zinnen waarmee ik deze blog opende. Maar ook hoe hij de nabootsing van eigenheid zoals huisdeurposters en robothonden beschreef. Het is gewoon ‘fake’ en dat weet iedereen. Vormgeving en technologie kunnen helpen, maar ze kunnen de eenzaamheid niet oplossen. Dat kunnen alleen mensen. Dat is wat Teun daarover schrijft. Het raakte me ook dat alle mensen die Teun aan het einde van het boek interviewde, als ze gevraagd werden waar ze woonden, antwoordden: ‘op deze kamer’, ‘op afdeling huppeldepup’, ‘kamer 4’ ‘ik heb eigenlijk geen woonplaats meer’. Lees verder →