‘Het is te zwaar voor hem’ na een paar dagen school van de regenboogprins zat ik als pleegouder aan tafel naar de juf en de orthopedagoog te luisteren. De boodschap overdonderde me, maar met verve verdedigde ik de kleine regenboogprins. Lees verder →
LIef voor de Vader (de afgrond, deel 8)
– want Christus acteert op tienduizend plekken, Lief van lichaam, lief in ogen niet de Zijne, lief voor de Vader dankzij mensengezichten en hun trekken. – Gerard Manley Hopkins
Deze woorden in Wiman’s boek ‘de afgrond’ troffen mij en met name de woorden ‘dankzij mensengezichten en hun trekken’. Direct kwam er de vraag omhoog: ‘hoezo Lief voor de Vader dankzij mensengezichten’. Heeft God dan liefde nodig van mensen? Is God kwetsbaar, net als wij? Kan God dan ook gekrenkt, gedeukt en kapot zijn?’ Lees verder →
De afgrond, deel 7
Voor iedereen, behalve de dwaze heiligen onder ons, is rationeel denken – ofwel: ‘de ziel van buitenaf beschouwen’- onvermijdelijk, of het nu door theologie, filosofie, wetenschap, of simpelweg door de verhalen is waarmee we onze levens beschrijven en begrijpen. Maar hoe leeg is zulk begrip, als het de momenten die het verlangen naar begrijpen juist heeft gewekt, verkleint en uitwist? Welke discipline kan twijfelachtiger zijn dan die welke je leert om in het licht dat jou eens overweldigde elk logisch smetje te zien?
Chrisian Wiman, uit: ‘Mijn heldere afgrond’
De afgrond, deel zes.
‘Wat moet ik doen voor God? Welke richting wil Hij dat ik op ga?’ Ik wilde God blij maken. Onder invloed van de evangelische leer dacht ik in mijn 19e levensjaar na over deze vragen en ik werd er steeds onrustiger van omdat ik geen antwoord kreeg. Toen ik mijn zusje, die in die tijd op een bijbelschool zat, er over raadpleegde, zei zij: ‘ Misschien is God niet bezig met ‘wat’ je moet gaan doen, misschien is hij gewoon al blij ‘dat’ je iets wilt gaan doen!’ Lees verder →
De afgrond, deel vijf.
” Het is onontkoombaar. We zijn hier op onszelf. Er is geen God’. Een angstwekkende gedachte voor iemand die altijd een Aanwezigheid heeft ervaren buiten en in zichzelf. De volgende gedachte was: ‘Het komt er dus op aan te leven volgens de wet van de Liefde en Goedheid, te leven alsof God er wel is. Dat is de enige weg.”
De gedachte dat er geen God is, begint me steeds meer tegen te staan. De afgelopen dagen schreven verschillende mensen mij een reactie op mijn blogs, waarbij ze hun eigen vragen en zoektochten beschreven. Dat deed mij goed. Het deed mij goed omdat ik me dan minder alleen voelde. Het was alsof ik tijdens een pelgrimstocht telkens medereizigers ontmoette, die me hun perspectieven voorlegden. Maar het waren mensen, er was geen directe stem van God. Geen directe verbinding met de Eeuwige. Lees verder →