Opvoedkans

‘Mag ik je wat vragen?’
Ik antwoord instemmend. Ik koop haar krantje nooit, maar wil altijd wat doen.
Nog voordat ze haar vraag kan stellen, breekt ze en huilt.

Als het om hun kinderen gaat,veranderen moeders vaak in tijgers, die zich desnoods doodvechten voor hun kind. Maar als je kinderen het risico lopen om het land uit te worden gezet, naar een plek die ze nooit hebben gezien in een wereld die niet de hunne is, en als een grote anonieme overheid op een kantoor daarover moet beslissen, dan valt er bar weinig te vechten.

Haar kinderen zijn ver ‘in de running’ voor het kinderpardon.
Ze staan zelfs met naam en toenaam op de website.
Ze mogen zelfs aanstaande woensdag 25 juni op de grote manifestatie in Den Haag met hun eigen vriendjes-voetbalteam meedoen aan het kinderpardon-voetbal.

Maar nu is er plotseling geen voetbalteam meer voor woensdag. Ouders durven ineens niet meer, kinderen gaan de dinsdag tevoren op schoolreis en zullen moe zijn, en sommige kinderen mogen niet met de trein van hun ouders.

Ze voelt zich zó in de steek gelaten. Ze snapt het niet.
Die ouders trouwens ook niet.
Die kunnen zich ook geen voorstelling maken van de situatie waar zij in verkeert.
Ik trouwens ook niet.
Maar ik hoef háár ook niet te zijn om iets voor haar te kunnen betekenen. Woensdagmiddag staan mijn jongens en ik als onderdeel van het team van David en Daniel op het Plein in Den Haag.

Ik dank haar in gedachten voor deze opvoedkans.
Want hoeveel kinderen kunnen later zeggen dat ze in hun jeugd voor een eerlijk kinderpardon hebben gevoetbald?

Kom je ons aanmoedigen? Check de website.