Gerechtigheid (n.a.v. ‘Gerechtigheid voor dieren – Martha Nussbaum)


Dieren zitten wereldwijd in de problemen.  Zo begint het boek van Martha Nussbaum. Veelal brengt de overheersing van mensen onrechtmatig letsel toe door de barbaarse wreedheden van de bio-industrie, stroperij, jacht, vernietiging van habitats, vervuiling van lucht en zeeeen, verwaarlozing van gezelschapsdieren.
Daarnaast weten we door het onderzoek dat de laatste decennia is gedaan dat alle gewervelde en veel ongewervelde dieren pijn voelen, emoties ervaren en velen ook zoiets als medeleven en rouw ervaren. We weten dat dieren complexe vormen van sociale organisatie en sociaal gedrag kennen.

Martha Nussbaum vindt: De mens als geheel heeft de collectieve plicht om deze problemen onder ogen te zien en op te lossen. Belangrijke emoties voor ons zijn daarbij: verwondering (over het dier), compassie (bij onrecht of nalatigheid) en overgangswoede. Deze woede is niet gericht op vergelding maar  op het stoppen van een bepaald gedrag. De verwondering trekt onze aandacht, haalt ons uit onszelf en wekt de nieuwsgierigheid naar een vreemde wereld. Mededogen verbindt ons met het lijdende dier in een krachtige emotionele ervaring. Overgangswoede bereidt ons voor op actie.

Nussbaum spreekt in dit boek over de capabiliteitsbenadering. Dit is een normatieve ontwikkelingstheorie – een theorie die erop gericht is aan te tonen hoe we de dingen beter kunnen maken – die zich concentreert op het dicht benaderen van de verlangens van echte mensen en de belemmeringen voor deze verlangens, waarbij mensen worden gezien als actieve wezens die op zoek zijn naar een bloeiend leven dat ze zelf creëren.  De capabilteiten helpen mensen om te leven met elkaar en met al het leven om hen heen.

Toen ik de capabiliteiten en voor het eerst las, was ik vol bewondering, het leek voor mij te gaan over emotionele volwassenheid, of het komen tot een besef van wederzijdse afhankelijkheid, of te leren meerzijdig te luisteren en te kijken. Maar ook gaat het over een sociale bestaansbasis voor ieder mens. En ook voor het andere leven om ons heen zoals de planten en de dieren. Ik merk dat bij mij dat bewustzijn groeit. Langzaam maar zeker. Deze 10 capabiliteiten oftewel begaafdheden, gaven, bedrevenheden helpen me om kleine dagelijkse keuzes te maken, om te stemmen, om grote levenskeuzes te maken, als het gaat om mensen, om dieren, om planten en de aarde. Ik heb nog veel te leren.


1. Leven
: de mogelijkheid om een menswaardig leven van normale duur te leiden.

2. Lichamelijke gezondheid: een goede gezondheid hebben,  inclusief goede voeding, onderdak en voortplantingsmogelijkheden.
3. Lichamelijke integriteit: de mogelijkheid om je vrij te verplaatsen, beschermd te worden tegen (seksueel en huiselijk) geweld en om zich seksueel tevreden te kunnen stellen en tot het maken van vrije keuzes op het gebied van voortplanting.
4. zintuigen, verbeelding en gedachten: de mogelijkheid om op menselijke wijze gebruik te maken van gevoel, verbeeldingskracht en denken en om hierin onderwezen te worden. De mogelijkheid om artistieke, religieuze en wetenschappelijke werken te produceren en om vrij een eigen mening te kunnen uiten en religie te beoefenen. De mogelijkheid om plezier te ervaren en pijn te vermijden. De mogelijkheid op een vrij bewustzijn.
5. Emoties: de mogelijkheid om te houden van, te treuren en verlangen, dankbaarheid en gerechte woede te ervaren. In staat zijn om gehecht te raken aan dingen en mensen buiten onszelf. De emotionele ontwikkeling mag niet bedorven worden door angst en bezorgdheid.
6. Praktische rede: in staat zijn je een idee te vormen van het goede en kritisch na te denken over je levensloop.
7. Affiliatie:
A. in staat zijn  om met en naar anderen toe te leven, andere mensen te erkennen en betrokken te zijn op hen en empathie te tonen.
B. beschikken over de sociale grondslagen van het zelfrespect en niet vernederd worden maar behandeld worden als een waardig wezen, waarvan de waardigheid gelijk is aan die van de ander. Dit behelst voorzorg tegen discriminatie op basis van ras, geslacht, seksuele geaardheid, etniciteit, kaste, godsdienst of nationale afkomst.
8. Andere soorten: In staat zijn te leven  met zorg voor en in relatie tot dieren, planten en de wereld van natuur.
9. Spel: Kunnen lachen, spelen en genieten van recreatieve activiteiten.
10. Beheersing van eigen omgeving:
A. Politiek: in staat zijn daadwerkelijk deel te nemen aan de politieke keuzes die het leven bepalen, het recht hebben op politieke participatie, bescherming van de vrije meningsuiting en van vereniging.
B. Materieel: In staat zijn eigendom te bezitten (zowel grond als roerende goederen), en eigendomsrechten hebben op voet van gelijkheid met anderen. Het recht hebben om werk te zoeken op voet van gelijkheid met anderen. Vrij zijn van onterechte huiszoeking en inbeslagnames. In het werk als mens kunnen werken, de praktische rede kunnen uitoefenen en zinvolle relaties van wederzijdse erkenning kunnen aangaan met andere werknemers.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze website gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.