‘Risicokind of evenwichtskunstenaar?’ Elize Lam schreef dit mooie boek. Het lag al drie maanden te wachten om gelezen te worden en nu mijn agenda eindelijk voor drie weken leeg is, lees ik het ook daadwerkelijk. Het boek is aangenaam bevestigend voor me en biedt tegelijk stof tot nadenken. Als pleegouder van een ‘risicokind’ heb ik me de afgelopen jaren zowel verwonderd over de veerkracht van onze pleegzoon als zorgen gemaakt over de diep verborgen trauma’s in dat kleine lijfje. Ik verwonderde me over zijn levenslust en eigen manier van voorzichtig grenzen verleggen (als ik hem daarbij wilde helpen, deed ik dat vaak met te grote stappen). ‘Moet hij niet in trauma-therapie?’ was een gedachte die regelmatig door mijn hoofd spookte. Hij is zo enorm angstig, kan therapie hem daarbij helpen? Ik denk het wel, maar therapie alleen zal hem niet helpen.
Wat zo bevestigend is in het boek; Elize schrijft dat een kind vooral opmerkzame volwassenen nodig heeft die zien wat een kind nodig heeft en hier zorgvuldig, samenwerkend, respectvol en duurzaam in kunnen acteren. Het is bijna een open deur want ‘Natuurlijk!’ is dat zo, daar zal iedereen die zich een beetje verdiept heeft in opvoeding het mee eens zijn. En tegelijk roept het vragen op. Want als we als samenleving opmerkzaamheid zo belangrijk vinden, waarom lukt het dan maar zo beperkt om dit echt goed te doen? Waarom zit bijna iedereen vast in beelden van ‘niet compleet’ ‘ziek’ ‘stoornissen’ ‘gedragsproblemen’ ? Of kijkt alleen vanuit zijn of haar eigen context of beroepssegment of organisatie naar een situatie? ‘Meerzijdig kunnen denken en kijken’ , ‘meer talen kunnen verstaan en dit weer kunnen vertalen’ zijn competenties die nodig zijn om opmerkzaamheid om te zetten in dat wat een kind nodig heeft.
Het leren zien en begeleiden van de ‘evenwichtskunstenaar’ in plaats van het ‘risicokind’ is een job die constant om openheid en wijsheid vraagt waarbij het kind zelf een belangrijke stem heeft. Ik kan, door hoe ik naar mijn pleegzoon kijk en met hem omga, meewerken aan het beeld dat hij later van zichzelf heeft. Dat is een complexe taak waar ik in het geval van mijn pleegzoon me soms erg onzeker over kan voelen en niet deskundig genoeg. Mijn man en ik praten dagelijks over hoe we met hem omgaan en sturen elkaar regelmatig bij. Vrienden, collega’s en kennissen zijn betrokken en benaderen onze pleegzoon liefdevol. Hulpverleners en professionals ondersteunen ons (na een daadkrachtige en tijdrovende periode waarin we er aan werkten alle neuzen dezelfde kant op te richten). En het levert veel op voor ons allemaal. Ik hoop dat het genoeg is want ook wij kunnen opmerkzamer zijn dan we nu zijn, en hebben last van beelden over hoe een mens het beste kan leven die onze omgang met hem beïnvloeden. Elize voegde voor mij met het woord ‘evenwichtskunstenaar’ een nieuw vitaal en respectvol beeld toe aan de meer problematische beelden die in de samenleving, maar ook in mijn hoofd vaak zitten als het gaat om kinderen en in het bijzonder mijn pleegzoon. Het boek biedt een uitdaging om constant deze vitaliteit op te zoeken.
‘It takes a village to raise a child’ is een slogan waar ik wel wat mee heb. Door het boek van ELize denk ik nu na over de kenmerken die dat dorp dan moet hebben in het geval van ‘evenwichtskunstenaars’. Misschien zit het antwoord verstopt in dat prachtige woord ‘evenwichtskunstenaars’ . Het dorp heeft veel touwen in allerlei breedtes nodig, waarop iedereen leert balanceren. Het heeft circusartiesten nodig om de techniek van het balanceren uit te leggen. Kunstenaars om de kinderen te leren op zichzelf te vertrouwen en dat wat gek, gestoord, raar en afwijkt te omarmen. Een kapel waar mensen kunnen biechten en vergeven worden voor alles wat niet zo ging als ze wilden. En een kampvuur om de verhalen van eerdere evenwichtskunstenaars met elkaar te kunnen delen. Een wijze in een hutje op een berg die iedere bezoeker verder inwijdt in het zoeken van balans tussen loslaten en vasthouden. En tenslotte een grote vertrouwensrivier, waaruit door iedereen gedronken kan worden. Zo’n dorp wil ik graag in wonen. Samen met mijn lief, mijn pleegzoon, mijn vrienden en onze familie.
Geef een reactie