De dove puber!

‘Jij gaat een enerverende tijd in!’ zei een collega vorig jaar toen ik vertelde dat de Regenboogprins 14 werd. Inmiddels is hij al bijna 15, heeft mijn schoenmaat bereikt en groeit mij binnenkort voorbij. Dat alleen al is indrukwekkend. Dat een kind je voorbij groeit.

Het valt me alles mee hoe enerverend het is. De Regenboogprins heeft namelijk die leeftijd waar ik in het verleden veel mee heb gewerkt en over het algemeen ook heel enthousiast over was. Tieners zijn wezens met slingerende armen en benen, grapjes makend die net niet kunnen, verstrooid, verstrikt rakend in allerlei meningen en gedachten en vaak ongelofelijk onlogisch en daarmee erg origineel. Verder wordt er de kunst van het onderhandelen eigen gemaakt, wat ik ook altijd enorm amusant vond. Lees verder →

Het motormysterie.

Om de twee weken gaan mijn lief, de Regenboogprins en ik op zondagochtend voor de drukte begint naar Hoog Catharijne in Utrecht. Als het regent gaan we met de auto en parkeren we in een parkeergarage onder het winkelcentrum. We doen dat nu ongeveer een half jaar en tijdens dat halve jaar parkeren we standaard naast een overdekte motor, een BMW C1.

De motor is overdekt met stof en inmiddels hebben vele parkeerders in dat stof een boodschap achtergelaten.
Zo weet ik dat er iemand veel van Kees houdt, en dat iemand vindt dat de motor gratis af te halen is.  Maar wat ik niet weet is van wie die motor is, en waarom die motor daar al zo lang staat. Iedere keer als onze auto stilstaat naast het bestofte ding vraag ik mij dat af.  Lees verder →

Truusje

‘Daar vragen we Truusje voor!’ zei Martine zo’n twee jaar geleden toen we voor een filmpje op zoek waren naar een ouder van uithuisgeplaatste kinderen.
Truusje bleek een stevige no-nonsense-dame te zijn die heel goed wist wat ze wilde en wat niet. Een vrouw met humor. Een vrouw met een missie. Een vrouw waarvoor ik, naarmate ik haar beter leerde kennen, steeds meer respect kreeg. Een oervrouw, een overlever van verschrikkelijke dingen. En een vrouw die niet bang is voor een podium. Steeds vaker dacht ik: meer mensen moeten deze vrouw leren kennen. Haar verhaal moet gedeeld worden. Het begon te borrelen in mij. Zou ik de boeken die ze heeft geschreven om kunnen zetten in theater? Zou ze haar eigen verhaal willen spelen?

Een half jaar geleden begonnen we. Truusje kreeg haar allereerste theaterlessen en samen met haar werkte ik aan het eerste deel van een voorstelling. Ik schreef de tekst, Truusje dacht mee over de inhoud en volgorde en al spelend ontstond  TRUUSJE: ONE WOMAN!
Iets bijzonders, iets dat over een week voor het eerst voor publiek op een podium wordt gepresenteerd. Truusjes zus, Dineke gaat met haar mee en doet de techniek. De gezinshuisouder van het gezinshuis waar haar kinderen wonen zit in de zaal. Martine Noordegraaf van het Lectoraat Jeugd en Gezin, zal met Truusje de voorstelling nabespreken. De toeschouwers zullen Truusje vertellen wat het optreden bij hen oproept. Ik hoop op een ontmoeting, op ontschotting en op een basis voor verstevigde samenwerking tussen mensen die in de jeugdzorg werken en zorg nodig hebben.
Deze uitvoering is helaas besloten, maar erna zal ik nog een blog schrijven. Voor nu ben ik vooral blij en dankbaar voor de mooie samenwerking die we hebben en zo trots op deze fantastische vrouw! Er is maar 1 Truusje! Je moet haar echt leren kennen.
Wordt vervolgd.

 

Theaterlezing

‘Ik had de hele tijd een brok in mijn keel toen ik naar de show keek’  zei Anda, moeder van 4 (uit huis geplaatste) kinderen.

Foto: Jeugdformaat

Voor het Lectoraat Jeugd en Gezin ontwikkelde ik op basis van het onderzoek ‘Jouw gezin, mijn zorg’ een theaterlezing
Samenwerking tussen ouders van  uit huis geplaatste kinderen en pleegouders of gezinshuisouders stond centraal. In opdracht van de organisatie Jeugdformaat, die samenwerking met ouders als speerpunt heeft, waren we te gast in de prachtige Rijswijkse Schouwburg.

Na de lezing leidde ik het panelgesprek waar een manager, pleegzorgwerker, ouder en gezinshuisouder van Jeugdformaat in participeerden samen met een beleidsmedewerker van de gemeente en Ellen Schep, onderzoeker van het Lectoraat Jeugd en Gezin van de CHE.
In de zaal zaten professionals van Jeugdformaat, maar ook enkele Jeugdbeschermers, Simba, pleegouders en gezinshuisouders.
Tijdens het interactieve deel er heel snel een gesprek tussen de zaal en het panel ontstond. Mensen wilden echt samen nadenken over hoe we tot betere samenwerking zouden kunnen komen. Eigenlijk maakte het niet zoveel uit of je nou op het podium zat, of in de zaal. En daar werd ik zo blij van.

’Als je niet meer met elkaar kunt praten is de verbinding verbroken, het eerste wat je moet doen is die verbinding weer tot stand brengen, en dat kan niet anders dan door kwetsbaar te zijn, door toe te geven dat je iets verkeerd hebt gedaan of dat je iets niet weet. Dit moet ik doen, als gezinshuisouder, maar ik vind dat iedere professional die plaatsingen begeleid, dat ook moet doen.’  zei Pia, gezinshuisouder.

Lees verder →

Wat is Verleden tijd

De Regenboogprins is in de puberteit beland en vol verwondering kijk ik naar wat dat met hem doet. Ik zie hoe zijn lichaam verandert en zijn gezicht. Hoe hij langer wordt en zijn voeten groter. Hoe hij plotseling bezig is met zijn klas en klasgenoten en met er wel en niet bij horen. Hoe hij soms moppert en zeurt en ook hoe hij totaal van de wereld kan zijn als ik hem een opdracht geef, waardoor er tien minuten later nog niets is gebeurd.  Allemaal zaken die horen bij een 14-jarige en ook dus bij deze 14-jarige.

Vandaag had de prins een huilbui, Een flinke. Zo eentje waar het hele leven en alle pijn die hij daarin heeft opgedaan voorbij komen. Een bui vol verdriet en woede. En na het verdriet en de woede kwam de wroeging en nieuw verdriet. Wroeging over eerdere buien, over woorden die hij in het verleden heeft  geroepen, over nare dingen die hij heeft gedacht. Schuldbewust is hij dan en hij keert dat gevoel naar zichzelf. Hij zegt dat hij zichzelf ziet als iemand die bloed uitspuugt.

Mijn  lieve puber, onze Regenboogprins  heeft een bijzondere geest. Niet voor niets houdt hij van Dali en andere surrealistische schilders en kunstenaars. In zijn hoofd  zitten allerlei surrealistische taferelen. Gevoelens zetten zich om in beelden. Fijne gevoelens leveren grappige beelden op, nare gevoelens bedreigende.  Lees verder →